Christopher Ferrara: De anatomie van een fiasco—CorMennen

Standaard

De anatomie van een fiasco

Hieronder staat een uitvoerig commentaar op Amoris Laetitia van de Amerikaanse jurist, Christopher Ferrara dat in het tijdschrift “The Remnant” verschenen is. Met dank aan pastoor Mennen die dit vertaald heeft.

“Geen enkele voorkomende moeilijkheid, hoe groot ook, kan het rechtvaardigen dat Gods wet buiten werking wordt gesteld die alle handelingen verbiedt die in zich slecht zijn. Er zijn geen omstandigheden denkbaar waarin man en vrouw niet, vanuit de kracht van Gods genade, trouw hun plichten kunnen vervullen en hun ongerepte deugdzaamheid kunnen bewaren.”(Pius XII, Casti Connubii).

Zoals kardinaal Burke in een artikel dat in “National Catholic Register” verschenen is, heeft gezegd, blijkt Amoris Laetitia bij zorgvuldige lezing “een persoonlijk en dus geen magisterieel” document, “een persoonlijke beschouwing van de paus”, die “men niet mag verwarren met de verplichting in geloofsvragen waaraan men bij de uitoefening van het Leergezag gebonden is”. Dat is meer dan waar, maar misschien niet vanwege de redenen die de kardinaal noemt, zoals ik in de conclusie van dit artikel zal aangeven.

Maar dat lost nog niet het zwaarwegende probleem op dat door dit “Apostolisch Schrijven” van 56 bladzijden, dat tot nu toe zonder precedent is, wordt opgeworpen. De motivatie voor alles wat hier volgt ligt in het feit dat paus Franciscus Amoris Laetitia zo afgekondigd heeft, als ging het om  een authentieke en bindende act van het Magisterium en in het feit dat dit schrijven door zijn medewerkers en de kerkelijke progressieven overal in de wereld als zodanig beschouwd wordt. Daarom is Amoris Laetitia een verdere bouwsteen in de “The Great Façade”  van de pseudo-doctrines  in de vorm van niet bindende pastorale en disciplinaire vernieuwingen en nieuwe gedragswijzen en “benaderingen” die allemaal voor de eerste keer opdoken in die geweldige tijd, die als de “zestiger jaren” bekend staan. Daartoe horen de nieuwe liturgie, “oecumenisme”, “dialoog” en “interreligieuze dialoog”. De effecten van hun samengaan zijn ruïneus gebleken.

En nu dit. Een commentaar op de website van Rorate Caeli gaf stem aan wat omwille van de waarheid gezegd moet worden: “Men kan het niet anders uitdrukken: het apostolisch schrijven Amoris Laetitia is een catastrofe.”  Voice of the Family erkende op gelijksoortige wijze wat bij het lezen van het bedenkelijke hoofdstuk 8 meteen duidelijk werd: “Onze eerste lezing geeft voldoende aanleiding dit schrijven als een ernstige bedreiging voor de integriteit van het katholieke geloof en het echte welzijn van het gezin te beschouwen.”

Zelfs de commentatoren die anders eerder terughoudend zijn, hebben hun verontrusting niet kunnen verbergen vanwege de duidelijk afzwakking van de strenge leer van onze Heer op het gebied van de seksuele moraal en de programmatische manier van redeneren door Franciscus, dat “verzachtende omstandigheden” en “concrete situaties” de doodzonden van echtbreuk en ontucht op een of andere manier in alleen nog maar “onregelmatigheden” veranderen, die weliswaar het “ideaal” van het christelijk huwelijk niet halen maar desondanks “constructieve aanzetten” in zich bergen. Een uitgebreide behandeling bevindt zich in hoofdstuk II.

De televisie-uitzending The World Over van de Amerikaanse katholieke zender EWTN bracht een weliswaar vriendelijke geformuleerde maar toch vernietigende kritiek bij monde van fr. Gerald Murray, Robert Royal en Raymond Arroyo. De deelnemers benoemden de passages die toen onderzocht werden als “gevaarlijk”,  “erg verontrustend”,  “niet de taal van het evangelie”, “erg vreemd”, “een grote fout”. Zij zeiden dat de tekst “stropoppen” opzet, die men moet bevechten en die in “directe tegenspraak tot Johannes Paulus II en Familiaris Consortio en daaropvolgende documenten” staan; dat de tekst “niet overeenkomt met wat de Kerk tot nog toe gezegd heeft”, hij geeft blijk van de “valse barmhartigheid” van “vadertje goedzak” die uitverkoop houdt en die het ontvangen van de communie maakt tot een soort “eremedaille” die “men ontvangt ook al weet men, dat wat men doet, tegen de leer van de Kerk is” en tenslotte dat het document “tracht te verhullen wat in feite een verandering van de leer inhoudt…. waarbij men echter bestrijdt dat de leer veranderd wordt”. Zoals Arroyo vaststelde, wordt ten gevolge van de algemene teneur van het document “de uitzondering tot een een moeilijke regel of tot totaal geen regel meer”, terwijl de Kerk, om fr. Murray te citeren, “zich uitput in verontschuldigingen in plaats van het evangelie te verkondigen”.

Fr. Murray krijgt het laatste woord. Hij zegt, terwijl hij het natuurlijke recht van de gelovigen citeert om hun bezorgdheid uit te drukken zoals het in het Wetboek van Canoniek Recht erkend is:

“Mooie woorden zouden betekenen dat we onze mond zouden houden en niets zeggen. Maar de evangelische vrijmoedigheid brengt ons ertoe te zeggen: Heilige vader, ofwelbent u slecht geadviseerd ofwel hebt een gebrekkige opvatting in deze zaak….

Ik wil geen kritiek leveren op de paus… Maar één ding wil ik wel zeggen: als u publiekelijk iets doet wat in tegenspraak is met wat uw voorganger gedaan heeft, dan moet u daar verantwoording over afleggen en de garantie geven dat het evangelie gewaarborgd wordt. En ik geloof dat het dat is waarnaar veel bisschoppen, kardinalen en priesters verlangen.

In The Catholic Thing heeft Rober Royal de mening van de gebruikelijke goedpraters verworpen dat Franciscus de toelating van publiek bekende echtbrekers tot de heilige communie “in bepaalde gevallen” niet zou hebben toegestaan (zoals we verderop zullen toelichten). Want dat nu juist heeft hij wel gedaan zoals Franciscus trouwens zelf bij de persconferentie in het vliegtuig bij zijn terugkeer uit Griekenland toege geven heeft. Zie deel II (6). Royal klaagt over de onvermijdelijke gevolgen:

Amoris Laetitia hoopt een oplossing te bieden voor de levenssituatie van veel mensen in de moderne wereld; veel waarschijnlijker gooit de tekst nog meer olie op het laaiende vuur. Men heeft geen glazen bol nodig om te voorspellen, dat, zo gauw hertrouwd gescheidenen onder bepaalde omstandigheden te communie mogen gaan, dat ook spoedig, naar hun mening, zal gelden voor allen. En waarom dan ook niet homoseksuele paren, die ook wel aanspraak kunnen maken op verzachtende omstandigheden?

Aan de ene kant van een landsgrens wordt dan het uitreiken van de communie aan hertrouwd gescheidenen een symbool van een nieuwe uitstorting van de goddelijke genade en vergeving. Aan de andere kant blijft het ontvangen van de communie door iemand in “irregulaire” situaties ontrouw tegenover de woorden van Christus en mogelijk heiligschennis. Dat staat ons wereldwijd te wachten: chaos en strijd en niet-katholiek gedrag.

Philip Lawler stelde in LifSite News vast:

Amoris Laetitia – “De vreugde van de liefde” is geen revolutionair document. Het is een subversief document…  Jammer genoeg zal het netto effect van de benadering van de paus een versnelling zijn van de nu al machtige trend om de constante leer van de Kerk te verwerpen. En bijgevolg een verdwijnend respect voor de zielzorg die hij eigenlijk wil versterken.”

Catholic World Report, uitgegeven door pater Joseph Fessio S.J., heeft een symposium van artikelen rond de exhortatie gepubliceerd, die bijna allemaal in een zeker opzicht uiterst kritisch uitvallen, met name wat hoofdstuk 8 betreft, dat ook in het centrum van ons commentaar staat:

– De medebroeder van pater Fessio, James V. Schall S.J., was het ermee eens dat het document in zijn geheel een subversieve invloed heeft op de leer van de Kerk op het gebied van de seksuele immoraliteit en de zware zonden in het algemeen: “Als we echter alles bij elkaar nemen, dan lijkt het vaak alsof ons deze benadering tot de conclusie leidt dat er nooit ‘zonde’ heeft bestaan. Voor alles is er wel een verontschuldiging… Men neemt afstand van de houding van berouw over zijn zonden en is in de plaats daarvan opgelucht over de vaststelling dat men eigenlijk nooit echt heeft gezondigd.”

– Carl E. Olson noemde Amoris Laetitia “diepgaand en warrig” en stelt vast dat “Franciscus, naar het schijnt, een beetje een spelletje speelt met zijn argumenten en bronnen”. (Niet slechts naar het schijnt en niet een beetje maar echt en tamelijk ernstig zoals we nog zullen zien.)

– De gerenommeerde canonist Edward Peters klaagde over “het meer dan af toe gebruiken van plattitudes, van karikaturen van afwijkende standpunten en van citaten van hemzelf” in Amoris Laetitia. Hij constateerde een “ernstig misbruiken van de leer van het Concilie in Gaudium et Spes 51 (een regelrecht bedrog dat we nog zullen bespreken) en hij verbaast zich over het wonderlijke idee van Franciscus, dat er “beproefde trouw” en “christelijk engagement” kan bestaan in  “voortdurende overspelige relaties” die volgen op een “publieke en definitieve scheiding van een vroegere echtgenoot”.

– Eduardo Echeverria, professor voor filosofie en systematische theologie aan het Sacred Heart grootseminarie in Detroit levert een reeks zwaarwegende kritiekpunten:

“Franciscus lijkt bijna (niet helemaal maar bijna) niet in staat te accepteren dat iemand voor het verwerpen van de waarheid over huwelijk en gezin zondig verantwoordelijk is”….

“Bij alle respect tegenover Franciscus denk ik dat hij impliciet een deur open zet naar een “gradualiteit van de wet” en daarmee naar een “situatiemoraal”. (Dat nu heeft hij gedaan zo-als ik hieronder nog zal aantonen)

Franciscus bevordert “de verduistering van het licht” omdat hij de morele autoriteit van deze normatieve zedelijke ordening devalueert als hij in deze samenhang van “regels” spreekt. Hij wil een morele ruimte scheppen waarin iemand als zonder schuld beschouwd kan worden; en hij gaat zelfs zo ver dat hij insinueert dat degenen die deze normen onvoorwaardelijk willen toepassen (voor hem zijn het hier “slechts regeltjes”) een koude “bureaucratische moraal” ten toon spreiden.

Deze conclusie lijkt toch heel ver verwijderd te zijn van de Catechismus van de Katholieke Kerk…..”

Moeten we het kaf van het koren scheiden – opnieuw?

Ondanks deze vernietigende (hoewel ingehouden) commentaren waren de boven genoemde “mainstream”-commentatoren er enorm op uit de orthodoxe elementen te benadrukken die men in de meanderende 256 pagina’s van deze warrige breedsprakige tekst kan aantreffen. Dan hebben we daar een o.a. een duidelijke veroordeling van abortus in par. 83. (Maar dat wordt in dezelfde alinea verbonden met de foutieve bewering dat “de Kerk” – d.w.z. Franciscus – “de doodstraf beslist verwerpt”). Waarom zou een gelovige echter moeite moeten doen om de rechtgelovige delen uit “een pauselijk document” te filteren? Uit een document, dat, zoals zelfs deze main-stream-commentatoren constateren, chaos en strijd in de Kerk zal veroorzaken. Een document dat subversief is en de algemene indruk geeft dat de doodzonden allemaal min of meer te verontschuldigen zijn; dat gebruik maakt van misleidende citaten, van onzuivere argumenten, van karikaturen van tegenovergestelde visies en dat de deur openzet naar het grote kwaad van de situatiemoraal.

Als de wereldberoemde chef-kok van een sterrenrestaurant een taart zou serveren waarbij in het recept “een theelepel cyanide” zou zijn verwerkt, zouden wij toch niet de andere gezonde ingrediënten prijzen vanwege de goede reputatie van de kok. Wij zouden de taart weggooien en de kok laten opsluiten. Bij een zonder enige twijfel subversief “Apostolisch Schrijven” hebben de gelovigen niet de plicht het te ontleden op een aanvaardbare katholieke leer over huwelijk en gezin. Hebben we al niet genoeg van deze onzin gehad? Het is niet de taak van de gelovigen om de met fouten doorspekte leer van de paus na de publicatie met “verdedigende commentaren” die het “positieve eruit hallen” en het negatieve laten voor wat het is, te “zuiveren”. Het is de taak van de paus om de gelovigen een leer te verkondigen die zuiver is en waarop zij zonder meer kunnen vertrouwen – op alle pagina’s van het document.

Nu we sinds drie jaar deze dingen beleven, weten we maar al te goed dat dit pontificaat voortdurend de enge grenzen van de pauselijke onfeilbaarheid laat zien, een charisma dat nu eenmaal ophoudt bij de grens van nieuwigheden; en daar ziet Franciscus zich juist als stoutmoedige pionier. Er is geen veelzeggender commentaar op dit document als de beginopmerking van pater Zuhlsdorf: “We zijn nog juist ontsnapt aan een voltreffer, minstens aan het laden en richten.” Niets kan de ramp van dit pontificaat beter aantonen dan de onbedoelde erkenning dat Franciscus zich als een amok-schutter op een universiteitscampus gedraagt, en dat we blij mogen zijn dat hij ons gemist, respectievelijk een schampschot gegeven heeft. Man, dat scheelde echt niet veel! Wat betreft de plaatsen in Amoris Laetitia, die, hoewel langdradig, gedeelten van de traditionele leer over huwelijk en gezin onderstrepen: die leer is al in talloze bronnen van het onfeilbaar leergezag in overvloed aanwezig, met daaronder wonderschone, betekenisvolle encyclieken, die al van de volle instemming van de trouwe katholieken verzekerd zijn. De ontrouwe katholieken van hun kant zullen zich nauwelijks enige moeite getroosten de encycliek te lezen maar zich tevreden stellen met het nieuws dat nu door heel de wereld rondgebazuind wordt: dat namelijk Franciscus die hele “echtbreuk”-zaak versoepeld heeft. En als dan aan het eind van de conflictueuze “synodale reis” waarop Franciscus zo aandrong en die hij van het begin tot het einde ensceneerde, de traditionele katholieken zouden moeten juichen, dan is dat alleen omdat hij niet gedaan heeft waartoe hij hoe dan ook de macht niet heeft, namelijk de leer veranderen – waartoe diende dan die hele “Synode over het gezin” überhaupt?

Het antwoord op deze vraag is voor iedereen die in het volle bezit van zijn verstand is, overduidelijk. De Synode was alleen maar de bestelbus voor Amoris Laetitia waarin Franciscus, zoals ik hieronder zal aantonen, eindelijk het doel bereikt waar hij vanaf het begin naartoe gewerkt heeft: de toelating “bepaalde” (uiteindelijk alle) gescheiden en “hertrouwde” katholieken, naast andere habituele zondaars op het punt van seksualiteit, tot de biecht en de heilige communie zonder voorafgaand berouw en verandering van leven. De eigenlijk leer van de onontbindbaarheid van het huwelijk blijft onaangetast – zij wordt zelfs alinea voor alinea met bloemrijke lofprijzing omgeven – terwijl het plan van Franciscus die onontbindbaarheid in de praktijk te negeren uiteindelijk bevestigd wordt. Amoris Laetitia verbreedt daarmee de opening die al gecreëerd was in de beruchte paragrafen 84-86 van het slotrapport van de Synode van 2015.

Maar het wordt nog erger. De meest pessimistische prognoses worden overtroffen wanneer Franciscus nog verder gaat dan de schijn-Synode en verkondigt wat de facto, als het mogelijk zou zijn, zou uitlopen op een kerkelijke “amnestie” voor ernstig immoreel gedrag op seksueel terrein. Dit resultaat wordt bereikt doordat het document de moraalleer van de Kerk reduceert tot algemene gedragsregels, het huwelijk tot een “ideaal”, en zelfs het natuurrecht tot een “objectief ideaal. Gedrag dat daarvan afwijkt kan op basis van “verzachtende omstandigheden” als vergeeflijk worden beschouwd. In dit geval hebben met situatie-ethiek te maken, zoals prof. Echeverria opmerkt.

Zoals dit artikel zal aantonen, is deze rampzalige doorbraak van de neomodernistische rebellie te vinden in hoofdstuk 8, waarvan de bizarre titel reeds veelzeggend is: “De gebrokenheid  begeleiden, onderscheiden en integreren”.

Als Franciscus zijn zin krijgt, zal de Kerk nu onrouwmoedige, habituele, publieke bedrijvers van doodzonde in het kerkelijke leven integreren; hoewel de Kerk, omwille van hun eigen heil, steeds geleerd heeft, dat ze geen levende leden van de Kerk zijn, zolang ze geen berouw hebben, de absolutie hebben ontvangen en tot een leven in de heiligmakende genade zijn hersteld. Dit “integratie”-plan van de paus omvat (maar zeker niet alleen) hen die in overspelige tweede “huwelijken” leven of eenvoudig met iemand samenleven zonder de bedoeling hun immorele situatie te beëindigen. Dit gebeurt onder het voorwendsel dat deze mensen eenvoudigweg zo hulpeloos zijn in hun zonden, dat ze daarom niet als schuldig beschouwd kunnen worden, resp. dat men niet van hen mag verwachten dat ze hun leven meteen veranderen en dat de “barmhartigheid” vraagt dat de Kerk aan hun “gebrokenheid” onderdak verleent, totdat zij ooit in de toekomst geestelijk “groeien”. Maar waar blijft hier Gods genade? In de gebruikelijke postconciliaire dubbelzinnigheid van de modernisten spreekt zich Amoris Laetitia schaamteloos tegen door te stellen: “Huwelijk en gezin ontvangen van Christus door zijn Kerk de noodzakelijke genade om van Gods liefde te getuigen en een gemeenschappelijk leven te leiden” (§ 63).

Ging het hier maar om een grap. Maar Franciscus is doodserieus. Vanzelfsprekend is er voor wat ik hier zeg, bewijs nodig. Dit zal heel gedetailleerd en daarom ook nogal lang zijn. Maar een dergelijke ernstige zaak moet volledig en ter zake uiteengezet worden en vraagt een grondige analyse, geen algemene karakterisering van het document.

DEEL I

HOOFDSTUK 1-7

VOORTEKENS VAN DE ONDERMIJNING

Hoewel het focus van dit commentaar ligt op hoofdstuk 8 van Amoris Laetitia, bevatten de voorafgaande hoofdstukken al talloze voortekenen van de daarop volgende ondermijning. Deze retorische aperitiefjes voor het hoofdgerecht neigen ertoe de traditionele leer van de Kerk rond huwelijk en gezin  te ondermijnen, resp. te kleineren. Hetzelfde gebeurt met de gevaren die de huwelijk en gezin in onze tijd bedreigen en die door een hele reeks pausen vóór het Tweede Vaticaans Concilie uiteengezet zijn (er zijn citaatverwijzingen naar Pius XI en Pius XII, van hun compromisloos “rigorisme” is niets in de tekst terecht gekomen).

  1. De bom ontploft in paragraaf 3

Vanaf het begin toont Amoris Laetitia een verbluffend Leitmotiv van morele relativering al naargelang de plaatselijke resp. de persoonlijke omstandigheden. Franciscus citeert een van zijn eigen merkwaardige uitlatingen en verkondigt:

Terwijl ik eraan herinner dat de tijd meer waard is dan de ruimte, wil ik er opnieuw op wijzen dat niet alle leerstellige, morele of pastorale discussies door een ingrijpen van het leergezag beslecht moeten worden. Vanzelfsprekend is er in de Kerk een eenheid van leer en praktijk noodzakelijk; maar dat verhindert niet dat verschillende interpretaties van sommige aspecten van de leer of sommige conclusies die daaruit getrokken worden, verder blijven bestaan. Dat zal zo lang gebeuren tot de Geest ons binnenleidt in de volledige waarheid (vgl. Joh. 16, 13), dat wil zeggen tot Hij ons volledig binnenleidt in het mysterie van Christus en wij alles met zijn blik kunnen zien. Bovendien kunnen in ieder land of in iedere regio meer geïncultureerde oplossingen gezocht worden die rekening houden met de plaatselijke tradities en behoeften. Want de culturen [zijn] zeer verschillend van elkaar en ieder algemeen principe [….] moet worden geïncultureerd, als het nageleefd en toegepast moet worden.

De gevolgen zijn overduidelijk en desastreus. Deze passage is duidelijk bedoeld om iedere regio en volk de gelegenheid te geven hun eigen cultuurgebonden “interpretatie” van de universele eucharistische discipline van de Kerk vast te stellen, rekening houdend met “hertrouwd” gescheidenen en andere habituele publieke bedrijvers van doodzonde, ja zelfs de eigen interpretatie van andere “algemene principes” vast te stellen met daaronder “sommige aspecten” van de kerkelijke leer. Zoals reeds tijdens de “synodale reis” beroept Franciscus zich op de “Geest” als een blijvende bron van “openbaring”, die “ons de volledige waarheid binnenleidt”- die tot nu toe verborgen was – tot de Geest ons tenslotte binnen voert in het mysterie van Christus en wij alles met zijn blik kunnen zien”. In één woord: “de God van de verrassingen”, die Franciscus al aan het einde van de Synode in 2014 bij de wereld introduceerde. Hier toont zich een bedenkelijke gnostische opvatting van discipline en leer.

Tijdens de bovengenoemde bespreking op EWTN stelde Robert Royal vast dat paragraaf 3 in de praktijk tot de absurde situatie leidt, dat men in zijn auto stappen kan en naar Polen kan rijden en dat het daar als heiligschennis en breuk met de traditie gezien wordt, als een klap in het gezicht van de Heer, als je als hertrouwd gescheidene de heilige communie ontvangt. Rijdt men dan naar Duitsland, dan heb je ineens te maken met de nieuwe uitstorting van de barmhartigheid en met openheid voor de dialoog.

——————————
——————————