Onlangs is door de media en verschillende informatiebronnen aan het licht gekomen dat in verband met de Covid-19-noodtoestand in sommige landen met behulp van cellijnen van geaborteerde menselijke foetussen vaccins zijn geproduceerd, en in andere landen dergelijke vaccins zullen worden geproduceerd. Er gaan steeds meer stemmen op vanuit de kerkelijke leiding (bisschoppenconferenties, individuele bisschoppen en priesters) die zeggen dat het gebrek aan vaccins met ethisch toelaatbare stoffen het moreel toelaatbaar zou zijn voor katholieken om vaccins te gebruiken waarvan bij de ontwikkeling daarvan gebruik is gemaakt van cellijnen van geaborteerde baby’s. Voorstanders van een dergelijk vaccin halen twee documenten van de Heilige Stoel aan (Pauselijke Academie voor het Leven, “Morele overwegingen over vaccins gemaakt van cellen die zijn afgeleid van afgebroken menselijke foetussen“, 9 juni 2005 en Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie “Dignitas Personae” over zekere bio-ethische vraagstukken” 8 september 2008), die het gebruik van dergelijke vaccins in uitzonderlijke gevallen en voor een beperkte tijd toestaan op basis van wat in de moraaltheologie “op afstand, passieve, materiële deelname met het kwaad” wordt genoemd. In de genoemde documenten staat dat katholieken die een dergelijke vaccinatie gebruiken tegelijkertijd “verplicht zijn bezwaar te maken en te eisen dat de gezondheidszorgsystemen andere soorten vaccins verstrekken”.
In het geval van vaccins die geproduceerd worden uit de cellijnen van geaborteerde menselijke foetussen, zien we een duidelijke tegenstelling tussen de katholieke leer, die abortus categorisch en ondubbelzinnig in alle gevallen afwijst als een ernstig moreel kwaad dat naar de hemel schreeuwt om wraak…
Lees hier verder: www.rkdocumenten.nl