Nieuwsbrief XVI.38, Syrië, vrijdag 17 september 2021, pater Daniel

Goede Vrienden,
De zesde eigenschap van ons mens-zijn is de gave van zichzelf. We leiden dit af van het feit dat we geschapen zijn naar Gods Beeld en Gelijkenis. Jezus heeft ons een God geopenbaard die Drie in Eén is, een gemeenschap, een familie, een stroom van gevende en ontvangende liefde. De Vader geeft en deze gave is de Zoon. De Zoon “ver-geeft”, in de zin van bovenop geven. En de wederzijdse stroom van liefdevolle gave van zichzelf tussen Vader en Zoon is de heilige Geest. Welnu, naar het beeld van deze God zijn wij geschapen. De “inwoning” van deze God dragen wij allen en voor altijd in ons wezen mee. Zo is de gave van onszelf ook voor ons een wezenskenmerk. Al lijkt het tegenstrijdig, we worden onszelf door onszelf te overstijgen. We bereiken onze diepste ontplooiing door ons zelf te geven. Jezus zegt het zo: “Want wie zijn leven wil redden zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest omwille van Mij en het Evangelie, zal het redden” (Marcus 8, 35). Het Tweede Vaticaans Concilie spreekt over een zekere gelijkheid tussen de goddelijke personen en ons. “Deze gelijkheid wijst erop, dat de mens, die op aarde het enige schepsel is dat om zichzelf door God is gewild, zichzelf alleen volledig kan vinden in de oprechte gave van zichzelf” (Gaudium et spes, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van deze tijd, nr. 24). Planten en dieren kunnen gebruikt worden voor een ander doel, nl. om de mens te dienen. Wordt echter een mens verzorgd, dan moet dit gebeuren voor hemzelf en niet om de wetenschap of een ander te dienen. Zelf komt de mens echter pas tot algehele ontplooiing door zichzelf te geven.
Vooraleer hier dieper op in te gaan willen we eerst wijzen op een algemene opinie en een algemeen aanvaarde levensstijl die geen enkele aandacht meer besteedt aan “het geven van zichzelf”. Onze tijd hecht veel waarde aan “assertiviteit”, het opkomen voor eigen rechten, de zelfbeschikking, de zelfontplooiing, eigen gevoelens, het genot en plezier, het doorbreken van taboes … Mogelijk bevatte deze stroming in oorsprong enige gerechtvaardigde reactie op een te grote miskenning van eigen gevoelens. In zijn huidige trend is deze levensstijl van onbeperkte eigen zelfontplooiing evenwel in feite zelfvernietigend. Enkele seksuologen en een “Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid” zijn hiervan een duidelijk voorbeeld. Alle schroom en gezonde schaamte willen ze afbreken. Zij ijveren zogenaamd voor preventie van seksuele overdraagbare ziektes maar in feite zijn ze gericht op het zogenaamd afbreken van taboes en geobsedeerd door het vluchtig genot van “plezante seks”. En dit willen ze kinderen op zo jong mogelijke leeftijd opdringen wanneer ze er nog niet rijp voor zijn. Met seksuele organen van man en vrouw in plastiek willen ze aanschouwelijk aantonen op welke wijze het meeste plezier te vergaren valt, waar de gevoelige plekken liggen… Op geen enkel ogenblik is er enige aandacht voor opvoeding tot het ware, diepere menselijke geluk. Het gaat enkel om de biologische, technische, vluchtige beleving van seksueel genot altijd en overal. Een mens die even nuchter nadenkt begrijpt onmiddellijk dat men hiermee kinderen en volwassenen in een verslaving duwt die hen voor de rest van hun leven naar de psychiatrie of de depressie kan leiden. Ouders die protesteren tegen dergelijke opgedrongen, vroegtijdige seksopvoeding aan hun kinderen, krijgen van alle kanten te horen dat het allemaal verantwoord is omdat het op deskundige wijze gebeurt onder leiding van het “Vlaamse expertisecentrum”! Wie zal het gelukkigste zijn: een jongen die alleen maar geleerd heeft op veilige wijze vluchtig plezier te zoeken bij een meisje of een jongen die geleerd heeft zichzelf te beheersen en zich met al zijn gaven voor een ander belangeloos in te zetten? Welke vader zal het gelukkigste zijn: hij die alle trucjes kent van seksueel genot of hij die werkt en zich iedere dag inzet om een vrouw en kinderen te onderhouden die van hem houden en waarvan hij houdt? Het diepe en blijvende menselijk geluk is veel meer dan vluchtig seksueel plezier. De muffe bekrompenheid van sommige “seksuologen” en van een “expertisecentrum voor seksuele gezondheid” is in feite een bewuste, criminele opvoeding tot zelfvernietiging. Ze is vernietigend voor het diepere, blijvende menselijk geluk, omdat zij het “geven van zichzelf” als wezenskenmerk voor een gelukkig mens totaal negeert. Ook in het huwelijk is de seksuele eenwording slechts een middel; het doel is de liefdevolle geestelijke eenwording door de wederzijdse gave van zichzelf. Wanneer het middel als doel wordt nagestreefd, ontstaat er diepe ontgoocheling en frustratie, bron van zoveel onderling geweld. Blijkbaar lijden velen hieronder en belemmeren hun algehele geestelijke gezondheid zonder het zelf te beseffen. En zal een echtpaar dat meer liefdevol, geestelijk één is, ook niet gelukkiger zijn met hun lichamelijke eenwording?
De Poolse priester Maximilaan Kolbe (+ 1941) zag in het concentratiekamp hoe een vader van een groot gezin tot de hongerdood werd veroordeeld. Hij bood zichzelf aan om in zijn plaats te sterven, wat aanvaard werd. Deze huisvader overleefde het concentratiekamp. De daad van “gave van zichzelf” was voor pater Kolbe de bekroning van een heel leven van zelf vergeten liefde, waardoor God wonderen kon verrichten in zijn leven o.a. heeft hij de grootste Japanse uitgeverij geleid, zonder één cent te bezitten en zonder de taal te kennen, alleen om het Onbevlekt Hart van Maria te eren!
Een moedige Vlaamse, klinische psycholoog toont aan hoe we met de “coronacrisis” tot een ideologie van de massavorming en een bewustzijnsvernauwing zijn gekomen, waarin nog slechts één aspect gezien wordt: er is een dodelijk virus waarvoor de algemene vaccinatie de enige oplossing is. Hierdoor worden op onverantwoorde wijze alle redelijke argumentaties en menselijke waarden opzijgeschoven. Dan pleit hij ervoor dat we de dood opnieuw een plaats zouden geven in onze cultuur. Immers, hoe krampachtiger we deze menselijke werkelijkheid verdringen, hoe meer we eronder lijden. Hij wil dat we opnieuw de waarheid over onszelf en de waarheid over de wereld onder ogen zien. Het zijn wijze raadgevingen. Hij voegt er echter bij, niet terug te willen gaan naar de tijd van vóór de “verlichting”. Is dit geen enorme “bewustzijnsvernauwing” en de weg naar een nieuwe ideologie? Was de “verlichting” in feite niet eerder een “verduistering”? De waarheid over onszelf en over de wereld kunnen we maar bereiken in het licht van de waarheid over de oorsprong. Het christelijk geloof toont ons een God die Schepper en Vader is en Jezus Christus die Verlosser is. Het westen is echter moe van het christendom, misschien omdat we tot heden nog niet echt geprobeerd hebben het christelijk geloof te beleven, op enkele heiligen na. We dienen de schande van het lijden, de dwaasheid van het Kruis en de totale menselijke mislukking van de dood opnieuw hun plaats te geven in ons leven en in onze cultuur. En dat kan slechts in het licht van Jezus Christus. Hiermee ontdekken we “de gave van onszelf” als wezenlijke eigenschap van ons leven. Zovele gewone mensen vinden hun diepste “zelf” door zichzelf belangeloos in te zetten voor anderen.
P. Daniel