De lijkwade van Turijn illustreert het lijden en sterven van Jezus Christus

Standaard

door Pater Daniel, Nieuwsbrief XVII.17, 22 april 2022

Goede Vrienden,
De lijkwade van Turijn illustreert op onovertroffen wijze het lijden en sterven van Jezus Christus. Wetenschappers hebben er nauwkeurige studies aan gewijd. Voor de Parijse chirurg Pierre Barbet (+ 1961), (De Passie van Onze Heer Jezus Christus gezien door een chirurg, Brepols, 1951) zijn de bloedvlekken op het doek allemaal anatomisch correct en tot in detail in overeenstemming met het lijdensverhaal uit de Evangeliën. Verschillende wetenschappers hebben zijn onderzoek later bevestigd en aangevuld. De afbeeldingen zijn van menselijk bloed, van de groep AB. Het gestolde bloed is op het doek tot bloedvezelstof en serum herleid. De geseling was geen joodse straf (met 40 – 1 stokslagen) maar een gruwelijke Romeinse geseling. De 2 loden bolletjes drongen diep in het lichaam door en maakten ruim 120 wonden (30 slagen met 2 koorden?). Later hebben artsen aangetoond dat dergelijke geseling behalve onbeschrijfelijk pijnlijk ook dodelijk kan zijn door het blokkeren van de nieren, het veroorzaken van hartinfarcten en blijvende krampen. Op Jezus’ hoofd werd een doornenkroon vooral achteraan ingedrukt. Op de rug zijn de vele wonden van het dragen van de dwarsbalk van het kruis te zien. De nagels voor de kruisiging werden door de polsen/handen gedreven. De pijn was zo immens dat de duim helemaal naar binnen getrokken werd en ook niet zichtbaar is op de lijkwade. De nagels door de voeten moeten eveneens een enorme pijn veroorzaakt hebben. Zijn benen zijn niet gebroken. Dit gebeurde bij de andere gekruisigden wel om te beletten dat ze zich nog konden oprichten om te ademen. Jezus’ hart werd met een lans doorboord, waaruit bloed en serum vloeide. Barbet bevestigt meteen ook de echtheid van wat het Evangelie vermeldt over het zweten van bloed in de Hof van Olijven. Bij extreme angst worden de poriën zo verwijd dat het zweet zich met bloed vermengt. De afbeelding van het gelaat vertoont wonden en overvloedige bloedingen. Rond de weergave van de gebroken neus werden pollen aangetroffen die toen veel voorkwamen in de straten van Jeruzalem. Vermoedelijk is deze man op de grond gevallen of brutaal geduwd.  

Deze lijkwade als kostbaarste christelijke relikwie bleef niet gespaard van een grote leugencampagne. In oktober 1988 ging het nieuws de wereld rond dat deze lijkwade een vervalsing zou zijn uit de middeleeuwen, (tussen 1260 en 1390!) op grond van een radiocarbon 14 onderzoek, uitgevoerd door de laboratoria van Oxford, Zurich en Tucson (Arizona), onder leiding van het Brits Museum. Vanaf het begin rezen er echter grote twijfels over de betrouwbaarheid van deze conclusie. Twee internationale wetenschappelijke verenigingen toonden onomstootbaar de valsheid van deze conclusies aan en de authenticiteit van de lijkwade: STURP (Schroud of Turin Research Project) en CIELT (Centre Internationale pour l’Etude du Linceul de Turin). Er volgden nog merkwaardige ontdekkingen: het doek is geweven in “visgraat” (chevron), uit de eerste helft van 1e eeuw in Palestina, de vele verschillende pollen op het doek komen eveneens uit het Palestina van die tijd. Op de ogen werden resten van afbeeldingen gevonden van muntstukken (om de ogen te sluiten) met de tekst: “Kaisar Tiberius”, een geldstuk van de jaren 30-32!

De geschiedenis van de lijkwade is een verhaal op zich.

Het doek is van Jeruzalem naar Edessa verhuisd, vervolgens naar Constantinopel, Athene, Parijs, Lirey … voordat het in 1579 in Turijn bewaard werd. Sinds 1983 is het eigendom van de paus, gegeven door Umberto II, op voorwaarde dat het in Turijn blijft. Het vertoont tekens van verschillende branden en van waterschade.

Hierbij dient nog de zweetdoek (soudarion) vermeld te worden.

Deze werd tot 614 in Jeruzalem bewaard en sinds 812 in een speciaal daarvoor gebouwde crypte in de kathedraal van Oviedo (Spanje). Dit doek werd rond het hoofd gewonden en is uit dezelfde tijd en van dezelfde aard als de Lijkwade. De bloedvlekken geven de afdrukken van wonden van het hoofd, overeenkomend met de vlekken op de lijkwade. Het bloed is eveneens afkomstig van de groep AB. Deze zweetdoek vormt samen met de lijkwade een belangrijk getuigenis van het lijden van Jezus.

De boeiende ontdekkingen rond deze dierbaarste relikwie van alle tijden gaan onverminderd verder. In de kathedraal van Santa Maria de la Asuncion te Coria (ten westen van Madrid, Spanje) wordt een kostbaar doek bewaard, dat verondersteld wordt het bovenste, versierde tafelkleed te zijn, gebruikt bij het Laatste Avondmaal. Het vertoont hetzelfde weefsel en dezelfde grootte als de lijkwade van Turijn. Het is perfect mogelijk dat de lijkwade van Turijn het tweede, onderliggende tafelkleed was, in aller haast genomen om Jezus nog voor het begin van de sabbatrust te begraven. Immers, men kon onmogelijk nog een smetteloze, nieuwe lijkwade gaan kopen.

Wie is deze man?

Een Semitisch type, in de volle kracht van zijn leven, harmonisch gebouwd, nagenoeg 2 m groot, gegeseld, gekruisigd, met tekens van een doornenkroon op het hoofd, met uitgerukte baard, geheel geradbraakt, gestorven door totale uitputting, verschrikkelijke krampen en uiteindelijk gestikt. Met een lans werd zijn hart doorboord. De lijkwade vertelt zijn onvoorstelbare lijden van 3 uur lang.  Zijn huid en spieren, iedere hartklop en ademhaling, handen en voeten, waarbij de nagels de zenuwen raken, de immense dorst en uitgedroogde slijmvliezen, de onophoudelijke krampen …een oceaan van pijn. De kans dat het iemand anders zou zijn dan Jezus van Nazareth, wiens Passie in detail beschreven wordt in de Evangeliën en die stierf op het kruis (vrijdag 7 april 30 om 15.00 u?) is nagenoeg onbestaande.

Wanneer een man met gestold bloed van een doek wordt genomen, veranderen de tekens grondig door het losrukken en verwijderen van de gekwetste. Op de lijkwade is hiervan niet de minste verandering merkbaar. Het doek kan onmogelijk door mensenhanden van het lichaam genomen zijn.

Op die wijze toont de lijkwade de Passie én de Verrijzenis van Jezus.

De heilige Cyrillus van Jeruzalem (+ 386) zegt reeds: de lijkwade is een getuige van de Verrijzenis! Overigens, het gelaat straalt, ondanks de verschrikkelijkste martelingen, een mysterieuze schoonheid uit: een onuitsprekelijke sereniteit, een innerlijke kracht, rust en vrede! (Overvloedige literatuur: www.lesalonbeige.fr). 

UPDATE

Door pater Daniel, Nieuwsbrief XVII.18, 29 april 2022

Lijkwade deel 2

Goede Vrienden,

Geen ander voorwerp op aarde werd zo lang en intens wetenschappelijk bestudeerd dan de lijkwade van Turijn, een linnen doek van 4,40 op 1,10 m. Dat het een doek zou zijn uit de middeleeuwen of een doek dat beschilderd is, bleek niet bestand tegen de moderne wetenschappelijke onderzoeken, die onomstotelijk aantonen dat het een doek is uit de eerste helft van de eerste eeuw uit Palestina. Een recent onderzoek met een nieuwe methode (Wide Angle X-ray Scattering, WAXS) van de universiteit van Padua heeft aangetoond dat de lijkwade 2000 jaar oud is (https://www.lesalonbeige.fr/une-nouvelle-methode-scientifique-date-le-linceul-de-turin-de-2000-ans/). Op dit doek waren reeds resten en tekens gevonden van een gegeselde, met doornen gekroonde, gekruisigde en doorstoken man. De lijkwade bevat stuifmeelkorrels van 58 verschillende planten uit Frankrijk, Italië, Turkije en het Midden-Oosten, waarvan drie die enkel in Palestina groeien (de distel Gundelia Turnefortii, de zonneroos Cistus Creticus en de woestijnplant Zygophyllum Dumosum). Op de oogleden zijn resten ontdekt (voor het gewone oog onzichtbaar) van muntstukjes van keizer Tiberius tussen het jaar 29 en 31. Welke schilder uit de middeleeuwen zou in staat geweest zijn deze tekens aan te brengen en waarom, als ze toch niet zichtbaar zijn? In de buurt van Lirey (100 km ten oosten van Parijs waar het doek rond 1350 bewaard werd) is een pelgrimsinsigne gevonden met de afbeelding van de lijkwade. Tenslotte zijn op dit doek alle details, anatomisch volledig correct, te zien van de geseling, het lijden en de kruisdood van Jezus, zoals de Evangeliën weergeven. De kans dat deze afbeeldingen van een andere persoon zouden zijn dan van Jezus Christus is nagenoeg onbestaande.

En de onderzoeken gaan verder. De man kan niet door mensenhanden van het doek verwijderd zijn, vermits niet de minste vervorming van de bloedvlekken heeft plaats gevonden. Hij is door een uitzonderlijke lichtexplosie van het doek verwijderd. Zo is de afbeelding op de lijkwade door niets anders dan de verrijzenis van Jezus Christus veroorzaakt. Dat is de stelling van een conferentie te Saint-Gervais, (https://www.youtube.com/watch?v=x8kXiDm5rLc; RINAUDO J-B en GAVACH Cl, Le linceul de Jésus enfin authentifié, F.X de Guibert, 2010; Rinaudo is dr. in biofysica en “maître de conférence” voor de faculteit van geneeskunde te’ Montpellier; zie ook de studie van de Nederlandse scheikundige Herman F. BOON, De lijkwade van Turijn).

Deze video behandelt vijf punten. Vooreerst de betekenis van de Codex van Pray (bibliotheek van Boedapest). Dit manuscript van 1192-1193, werd door de Hongaarse Jezuïet György Pray ontdekt en bevat een miniatuur met een zeer nauwkeurige weergave van de man op de lijkwade van Turijn. Vervolgens: de foto’s van de lijkwade geven een negatief beeld, wat onbekend was tot in de 19e eeuw. Dit was de grote verbazing van de Italiaanse fotograaf Secondo Pia, die in 1898 de eerste foto maakte en Jezus’ gelaat zag. Hij wordt door iedereen verguisd als een vervalser. De notoire Franse atheïst prof. Yves Delage, zoöloog, wil de valsheid van deze “foto van Jezus’ gelaat’ ontmaskeren en komt tot het besluit dat het helemaal geen vervalste foto is. Hij maakt er een studie van die hij aanbiedt aan de “Académie des Sciences” van Parijs maar de voorzitter, Marcellin Berthelot weigert deze studie te erkennen, waarop Delage antwoordt: “als het een foto van een of andere farao zou geweest zijn, zou niemand bezwaar gemaakt hebben!”. Een groep van 24 wetenschappers (STURP, Schroud of Turin Research Project) arriveert in 1978 in Turijn met tonnen materiaal en besluit dat het doek geen vervalsing kan zijn en de foto’s evenmin. Vervolgens geeft het doek exact het lijden weer van Jezus volgens de Evangeliën. Het is een zuiver linnen doek, volgens joods voorschrift (Leviticus 19, 19 en Deuteronomium 22, 11) niet vermengd met wol. De handen bedekken de naaktheid van deze man. In de Middeleeuwen is er geen schilderij van een naakte Jezus te vinden. De wonden van de geseling door een soldaat rechts en links van Jezus, de lanssteek in de zijde, de wonden van een doornenkroon, die eerder een hoed was (waarvan de onderste ring in de kathedraal van Parijs vereerd wordt), de wonden op de schouders van de dwarsbalk, de nagels in de polsen en voeten, de pollen van planten die alleen in Jeruzalem in de lente voorkomen, de resten van gesteente ter hoogte van de gebroken neus, knieën en voeten (nl. aragonite)… vormen een opsomming van achttien details die onmogelijk in de Middeleeuwen kunnen aangebracht zijn omdat ze onbekend of onzichtbaar waren voor het oog. Verder is er geen enkel teken van verrotting aanwezig, dat normaal voor 30 uur optreedt, wat er op wijst dat het lichaam niet lang in het doek gebleven is. Een joodse fotograaf, Barrie Schwortz, die deelnam aan de studie van STURP, bleef gedurende zeventien jaar afwijzend, omdat gestold bloed normaal na korte tijd zwart wordt, terwijl het bloed op de lijkwade rood is. Uiteindelijk begreep hij dat bij een lichaam in shock, na Jezus’ geseling, ‘bilirubine’ ervoor zorgt dat het bloedrood blijft. Vervolgens kan de afbeelding op het doek niet anders ontstaan zijn dan door een bijzondere orthogonale straling, nl. perfect in één richting, anders zouden er vervormingen ontstaan zijn.  Vandaar het vijfde punt: het is iets absoluut uitzonderlijk. De huidige wetenschap heeft geen mogelijkheid om op die wijze een beeld heel oppervlakkig (slechts 0, 3 mm) af te drukken. Als dit beeld op natuurlijke wijze zou afgedrukt zijn, zouden we dit elders ook vinden en kunnen realiseren.  De wetenschap beschikt nu niet over de mogelijkheid om een dergelijk beeld voort te brengen. Hier moet een bovennatuurlijke oorzaak mee verbonden zijn. Het geeft ons een redelijke grond om te geloven in de verrijzenis van Christus.

Moslims aanvaarden niet dat Jezus werkelijk gekruisigd en gestorven is omdat ze dit menen te lezen in de koran, soera 4, vers 157. De lijkwade van Turijn bewijst dat de moslims op dit punt dwalen en dat de Evangeliën authentiek zijn. Toch overstijgt het christelijk geloof in Jezus’ verrijzenis wetenschap en redenering. Er zijn redelijke gronden om te geloven. In de grootheid en schoonheid van de schepping kunnen we iets van God, Schepper en Vader herkennen. Geloof is echter meer dan kennis. Door geloof geven we ons over aan God met ons verstand en onze vrije wil om te aanvaarden wat Hij ons geopenbaard heeft. Door geloof hechten we ons met ons hart aan Hem en zijn Rijk om in gemeenschap te leven met Hem.

De apostel Thomas wilde het getuigenis van de andere apostelen over de verschijning van de verrezen Heer niet geloven zolang hij zelf niet de wonden in Jezus zijde en handen had kunnen vaststellen. Daarop verschijnt Jezus ook aan Thomas en zegt hem: “Omdat je Mij gezien hebt geloof je? Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben” (Johannes 20, 29).

Volgende keer: het geloof in Jezus’ verrijzenis.                                              

 P. Daniel