
In deze dagen naar Allerheiligen en Allerzielen, de dagen waar we nog meer dan anders aan de dood denken en aan hen die ons voorgingen, dacht ik aan een reclamespotje van de DELA van een paar jaar terug. Die campagne droeg de titel: “U bent onvergetelijk… Maar niet onsterfelijk.” Met die campagne wilden ze mensen aanzetten om eens over hun uitvaart na te denken.
Elk van ons gaat hier zijn levensweg, maar elk van ons weet ook dat er hier op aarde vroeg of laat een einde aan komt. Niemand weet wanneer. Jezus zegt dat ons ook: “Weest dus waakzaam, want gij kent dag noch uur” (Mattheus 25,13). Wanneer ons hart voor de laatste keer heeft geklopt en de laatste adem is uitgeblazen, keert onze ziel terug naar God om het loon naar het voorbije leven te ontvangen.
Dat is ons diepste geloof. De droefheid van een christen bij de dood van een dierbare is anders dan die van een ongelovige: “Gij moogt niet bedroefd zijn zoals de andere mensen, die geen hoop hebben. Wij geloven immers dat Jezus is gestorven en weer opgestaan; evenzo zal God hen die in Jezus zijn ontslapen levend met Hem meevoeren” (1 Tess. 4,13-14).
Wanneer een christen overleden is, wordt dat ook uitdrukkelijk uitgesproken en gevierd in de kerkelijke uitvaart. Het is altijd vanzelfsprekend geweest dat een gelovig mens met een kerkelijke uitvaart naar de laatste rustplaats werd gebracht. De laatste paar jaar zien we daar verandering in.
In de afgelopen jaren heb ik in onze dorpen hier en in het zuiden van Limburg enkele keren meegemaakt dat gedoopte en gelovige mensen geen kerkelijke uitvaart kregen. Onkerkelijke of ongelovige familieleden zorgden dan voor een soort afscheid in een crematorium of in een zaal ergens. Bij een aantal dacht ik: dit kan die overledene niet zelf gewild hebben.
We blijven hier niet voor altijd op aarde, dat is duidelijk maar die campagne slaat de bal mis als men zegt dat we niet onsterfelijk zijn: we zijn als christenen wél onsterfelijk. Op verschillende plaatsen in het evangelie belooft Jezus ons het Eeuwige Leven. Als we een levende relatie met Jezus aangaan, zullen we niet verdwijnen in het donkere gat van de dood maar thuiskomen bij Hem in de Hemel.
Dat is de reden waarom Jezus naar de aarde is gekomen, de reden van de Menswording van God, zo zegt Hij Zelf: “Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben” (Johannes 3,16).
En welke mooie belofte doet Jezus niet bij de opwekking van Zijn vriend Lazarus: “Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en ieder die leeft in geloof aan Mij, zal in eeuwigheid niet sterven. Gelooft gij dit?” (Johannes 11,25-26)
In deze dagen naar Allerheiligen en Allerzielen mogen we ons geloof in het Eeuwige Leven uitspreken. En wanneer ons leven hier eens zal eindigen mogen we de Onsterfelijkheid van de Heer binnentreden.
Naar een woord van pastoor Penne