21ste zondag door het jaar A 2023
Inleiding
Wie is Jezus Christus? Christus stelt vandaag zelf deze vraag aan zijn leerlingen. Over wie Jezus Christus is, zijn bibliotheken volgeschreven. Toch is de vraag niet zozeer: “Hoe zag de historische Christus eruit, wat deed Hij allemaal” maar: “Wie is Christus voor mij?” We zullen er alleen achterkomen wie Jezus Christus is als we Hem toelaten in ons leven, als we het aandurven een relatie aan te gaan met Hem. Alleen dán kunnen we ontdekken dat Hij méér is dan een historisch figuur, alleen dán kunnen we ontdekken dat Hij de diepste zin van ons leven is, dat Hij het is die ons werkelijk gelukkig kan maken. Voor ons gebrek aan openheid belijden we onze schuld.
Preek
Het overkomt mij nogal eens een keer dat ik in het voorbijgaan mensen groet — ik groet overigens iedereen die mij aankijkt — en als ik dan voorbij ben dan hoor ik ze tegen elkaar zeggen ‘dat is de pastoor’. En niet zelden draai ik me dan om en loop terug om even een praatje te maken.
En dan blijkt dat er een verschil is tussen dat eerste ‘dat is de pastoor’ en wat er gebeurt in het persoonlijke gesprek. In de oppervlakkige ontmoeting gaat het ‘over iemand’, in de persoonlijke ontmoeting ontstaat er een relatie.
Hetzelfde gebeurt in het evangelie. “Wie zeggen de mensen dat Ik ben?” vraagt Christus aan zijn leerlingen. “Wat zeggen de mensen, oppervlakkige gezien over Mij?’ En dan komen er heel wat verschillende antwoorden van buitenstaanders. Jezus lijkt op een joodse Rabbi, die een groep leerlingen heeft. Maar deze Jezus heeft wel een heel bijzondere leer. Wie zou Hij zijn? Hij doet zelfs wonderen. Maar nee, de Messias kan Hij niet zijn, die timmermanszoon. Anderen beschouwen Christus als een nieuwe profeet, een nieuwe Johannes de Doper of Elia, die wel eens even zou zeggen waar het op stond. Weer anderen zien in Christus iemand die eindelijk eens met kracht een opstand zal leiden om de Romeinse bezetter te verjagen, een soort verzetsleider.
Dat is de manier waarop mensen naar Jezus kijken. Naar de buitenkant. Niets goddelijks, niets messiaans.
Maar dan stelt Jezus de vraag aan de leerlingen: “Wie zeggen jullie dat Ik ben?’ En dan neemt Petrus het woord en zegt onomwonden:
‘Gij zijt de Christus, de gezalfde, de Zoon van de levende God’. En onmiddellijk daarna geeft Jezus aan Petrus de opdracht iets te doen wat eigenlijk ‘bovenmenselijk’ is; hij mag in Christus Naam zonden vergeven.
Vandaag stelt Christus dezelfde vraag aan ons. Wie zeggen de mensen dat Ik ben? “Iemand van vrede, een goed voorbeeld, een soort sprookjesfiguur”? Iemand die door een machtsinstituut is uitgevonden om mensen aan het lijntje te houden…?
Vandaag draait Jezus zich – na een eerste vluchtige ontmoeting — om en kijkt ons recht in de ogen. Hij kijkt ons aan met de meeste hoogachting, met de grootste liefde die maar mogelijk is en vraagt aan ieder van ons persoonlijk: “Wie mag Ik, Jezus, voor jou zijn?”
Broeders en zusters, wie is Christus voor óns? Wat betekent Hij in ons leven? Welk antwoord geven wij als Hij ons vraagt: ‘Wie ben Ik?’ “Wie is volgens ons Christus?” Hoe beschrijven we Hem? Vertellen wij waar Hij werd geboren, hoe lang geleden, op welke mensen Hij leek? Of zijn er belangrijkere dingen die wij zouden vertellen?
Wie zeggen de mensen dat Ik ben? En jij, Petrus, wie zeg jij dat Ik ben? “Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God”. Voor Petrus is Christus méér dan iemand van wie hij een aantal eigenschappen kent, Jezus is voor hem een persoon, een vriend, een geliefde, iemand met wie hij een relatie heeft, een band voor het leven. En het is juist dít antwoord dat Christus besluit om Petrus hoofd te maken van de Kerk.
Want dat is het enige dat Hij van Petrus verwacht, niet allerlei goede eigenschappen, vaardigheden, geleerdheid; het enige dat Christus vraagt aan Petrus en ook aan ons, is: “Wil jij een levensrelatie met Mij aangaan? Mag Ik, Christus, jouw leven bepalen? Durf jij je eigen leven los te laten en alleen nog op Mij te vertrouwen, op Mijn bijstand en aanwezigheid?”
Dat is wat we geloof noemen: een relatie aangaan met Jezus. Hem een stukje van jouw leven laten worden, ons realiseren dat Hij ons liefheeft, dat er een vertrouwensband is tussen Jezus en ons. Dat Hij ook in ons leven grote dingen kan doen, groter dan we ons kunnen voorstellen!