Mgr Léonard: een aartsbisschop tegen de stroom in

Standaard

De aartsbisschop beantwoordt vragen van Antoine Pasquier in “Famille Chrétienne 

-


 

Mgr André-Joseph Léonard: « Jezus voorzegt ons geen succes, maar tegenspraak »

Sinds 12 december aartsbisschop emeritus, geeft Mgr. Léonard zijn kijk op de gebeurtenissen die het jaar 2015 tekenden en op zijn vijf jaren aan het hoofd van het Belgische bisdom Mechelen-Brussel.

In de loop van uw vijf jaren aan het hoofd van het aartsbisdom Mechelen-Brussel is het aantal seminaristen spectaculair toegenomen, van 4 in 2010 naar 55 vandaag. Hoe verklaart u dat?

Gedurende twintig jaar was ik professor aan de universiteit van Leuven, daarna gedurende dertien jaar overste van het universitaire seminarie. Ik stond altijd dicht bij de seminaristen en heb deze houding natuurlijk bewaard toen ik bisschop van Namen was en daarna van Mechelen-Brussel.

Ik heb geen enkele jongeman teruggewezen die mij kwam opzoeken, ik heb hem nooit gezegd eerst contact te nemen met de dienst voor roepingen, ik heb hem altijd ontvangen. Een man die zijn leven aan Christus wil geven, moet door de bisschop ontvangen worden! Wanneer een jonge man voelt dat hij voor de bisschop van zijn bisdom telt, helpt hem dat bij het nemen van zijn beslissing.

Ik kan geen wonderrecept aanbieden. Ik ben gewoon altijd open geweest voor de realiteiten die de Heilige Geest in de Kerk doet ontstaan. Wanneer ik de jongeren ontmoette die geraakt waren door het ambt van priester Michel-Marie Zanotti-Sorkine, die de Broederschap van de Heilige Apostelen hebben gesticht, was mijn eerste reactie geen wantrouwen, maar onthaal en bemoediging. Wie zich presenteert, wordt niet noodzakelijk priester, er is onderscheiding nodig, maar de eerste houding is die van het onthaal. Wat een vreugde voor een bisschop een man te ontmoeten die zich aan de Kerk wil wijden. Wat een prachtig geschenk!

 

U heeft tijdens uw ambt talloze tegenkantingen en weerstand ontmoet, zowel van buitenaf als binnen in de Belgische Kerk, meer bepaald door uw trouw aan het Leergezag. Hoe slaagt men erin tegen de stroom in te zwemmen?

Er is een gedeelte overtuiging en een gedeelte temperament. In de loop der jaren heb ik als priester overtuigingen gekregen die de overtuigingen zijn van de katholieke Kerk, in haar kijk op de verschillende aspecten van het menselijk bestaan. En ik ben overtuigd van de gegrondheid van het leergezag van de Kerk, ook aangaande de meest delicate en controversiële materies.

Ik heb steeds geoordeeld dat het mijn zending is een echo te zijn van dit onderricht van Christus en de Kerk over de lotsbestemming van de mens. Het heeft me dus nooit gestoord soms tegen de stroom in te gaan van de samenleving en de tijdsgeest. Is het trouwens niet een beetje normaal? Een aanzienlijk deel van het Evangelie gaat tegen de stroom in. De heilige Paulus richt zich tot de Romeinen met de woorden: “Stem uw gedrag niet af op deze wereld”.

Mijn overtuigingen hebben verschillende reacties opgewekt: de enen waren gelukkig duidelijke taal te horen die hen aanmoedigde hun christelijke identiteit werkelijk te beleven, anderen protesteerden, soms ook christenen, omdat zij er niet erg voor waren dat in een wereld waarin de vrijheid nochtans als een hoogste waarde aangezien wordt, een bisschop anders mag denken dat de heersende opinie.

Deze tegenkantingen of meningsverschillen zijn in zekere zin onvermijdelijk. Het tegendeel zou mij verontrusten. Jezus voorzegt ons geen succes, maar eerder tegenspraak. Doch die kleinigheden zijn slechts een klein deel van mijn ambt en zijn niets vergeleken met wat de bisschoppen in de eerste eeuwen hebben geleden en wat de bisschoppen vandaag in het Midden Oosten of in Azië lijden!

De tweede synode over het gezin werd in oktober gehouden. De eindtekst is het voorwerp van interpretaties. Welke lezing is de uwe, u die deelgenomen heeft aan de werkzaamheden van de eerste editie?

Ik heb niet het gevoel gehad van een echte vooruitgang van de ene synode naar de andere, doch eerder een herhaling van wat reeds gezegd was. Ik ben een beetje op mijn honger blijven zitten. Al zijn er goede dingen in de eindtekst, toch was ik een beetje ontgoocheld door het feit dat men in de meest delicate punten dubbelzinnigheid gewekt heeft. Bisschoppen hebben mij gezegd dat teksten vrijwillig op een dubbelzinnige manier opgesteld werden om ze in verschillende richtingen te kunnen interpreteren. Een dergelijke dubbelzinnigheid over essentiële kwesties is heel riskant, want dit zou kunnen aanleiding geven tot praktijken die, eens ingevoerd en ontwikkeld, zeer moeilijk te herstellen zijn.

Ik hoop dus dat wij een genuanceerd en gunstig, maar helder woord zullen hebben over wat op het spel staat in de leer en de discipline van de katholieke Kerk aangaande huwelijk en gezin. De bal ligt nu in het kamp van de paus. Voor hem slaat nu het uur om zijn petrinische rol van eenheid en continuïteit binnen de traditie uit te oefenen, zoals hij reeds verklaarde in zijn slottoespraak op de eerste synode over het gezin. Het meest fundamentele van de synode dat op het spel staat, is liefde en waarheid met elkaar te verbinden in alle vreugden en alle verdriet van het gezin en de echtparen. Zoals Psalm 84 zegt: “Liefde en waarheid omhelzen elkander, gerechtigheid en vrede kussen elkaar”. De Kerk moet zowel barmhartig zijn door voor alle mensen een welwillend hart te hebben als trouw zijn aan haar leer over huwelijk en gezin.

 

Tijdens de laatste synode hebben sommige bisschoppen voorgesteld meer macht over te dragen aan de bisschoppenconferenties inzake discipline. Wat denkt u daarvan?

Dat is geen goede idee. Ik zie niet hoe de discipline veranderbaar zou kunnen zijn van het ene land naar het andere of het ene continent naar het andere. Ik zou het uiterst riskant vinden dat de westerse landen over een heel soepele discipline zouden kunnen beschikken. Welk beeld zou dat van de Kerk geven? Christenen uit rijkere landen, zouden naast het comfort waarvan de meerderheid kan genieten, ook een meer comfortabele discipline kunnen hebben? Dat zou een grote ergernis zijn! Waar de verscheidenheid van plaats zou moeten meespelen, is in de pastoraal om het hoofd te bieden aan verschillende problemen naargelang de continenten en zo aangepaste oplossingen voor te stellen.

De paus heeft op 8 december de deuren van het Heilig Jaar van de Barmhartigheid geopend. Zijn onze tijdgenoten klaar om de drempel te overschrijden?

Ik stel vast dat de stap van paus Franciscus veel mensen begint te raken. Maar voor velen gaat dat de stap van een verlicht geweten vragen. Want barmhartigheid veronderstelt dat men zijn ellende beseft zodat Gods hart deze ellende kan ontvangen, op zich nemen om ze te transfigureren en ons ervan te bevrijden. Barmhartigheid heeft maar zin als men zich ervan bewust is dat men ze nodig heeft. Persoonlijk probeer ik mensen steeds gevoelig te maken voor deze dubbele dimensie van de barmhartigheid,  uitgaande van een tafereel dat in de bulle vreemd genoeg niet naar voor gebracht wordt en dat mij nochtans de fundamenteel lijkt: de scène van Jezus’ doorstoken zijde. Het woord “barmhartigheid” komt in die scène niet voor maar de realiteit is er wel.

Het is onthutsend en het heeft de evangelist duidelijk onthutst dat de wonde, de opening van de zijde, getuigt dat wij zondaars zijn – als alles goed ging tussen de mens en God, waarom zou het mensenhart van God dan moeten doorstoken worden? – en dat zij tegelijk de bron is van onze regeneratie. De blik op de doorstoken zijde van Jezus – “Zij zullen opkijken naar Hem die zij doorstoken hebben” – openbaart mij dat ik zondaar ben en tegelijk dat nieuw leven, vergeving, barmhartigheid, verzoening, regeneratie, voor mij open staan. Dat is zeer verhelderend. Daarover spreken, raakt het hart van de mensen.

Het is dat wonder dat men tijdens dit Jaar zal moeten doen ontdekken. Dat zal catechetische inzet vragen, want de mensen, ook christenen, hebben dikwijls de zin verloren van deze twee afgronden die geroepen zijn elkaar te ontmoeten: de afgrond van de zonde, van het mysterie van het kwaad, zoals Paulus tot de Thessalonicenzen zegt, en de grotere afgrond die de liefde van God is die naar ons op zoek gaat. Eén van de grootste bekoringen van onze tijd is de neiging om deze twee afgronden te willen effenen. Doch door onze zonden niet te erkennen, riskeren we de dwaasheid van Gods liefde niet meer te begrijpen die mens geworden is en aan het kruis gestorven.

U heeft ervoor gekozen op 8 december België en zijn provincies toe te wijden aan het Onbevlekt Hart van Maria. Om welke reden?

De parochie van de Heilige Katharina in Brussel had me gevraagd haar toe te wijden aan het Onbevlekt Hart van Maria. Ik heb ja gezegd. Sommige mensen hebben mij voorgesteld, zoals dat in Libanon gebeurd is, tegelijk en officieel heel België toe te wijden. Maar ik had daar niet de autoriteit voor – het akkoord van alle Belgische bisschoppen was nodig – daarom heb ik het alleen vaderlijk toegewijd langs de aanwezige gelovigen die uit meerdere Belgische provincies gekomen waren.

België, een zakdoek in Europa, kreeg twee officiële bezoeken van Maria: in Beauraing en Banneux. Als Maria twee keer de moeite gedaan heeft om dit land te bezoeken, is het misschien omdat het dit erg nodig heeft.

Ik leg dit voor mezelf als volgt uit: België was een heel vurig land, een voorbeeldig missionair land dat zoals Frankrijk honderden missionarissen naar verschillende continenten heeft uitgezonden. De Kerk in België heeft een massale investering gedaan in jeugdbewegingen, in het katholiek onderwijs en in heel een zorg- en gezondheidssysteem met christelijke inspiratie. Dit bouwwerk is echter gedeeltelijk vervlogen of, als op sommige instituten nog een christelijk etiket gebleven is, is de inhoud soms sterk verwaterd.

Ik denk dat dit land vernieuwing nodig heeft, die niet eerst en vooral uit ideeën te halen is maar uit persoonlijke realiteiten. Ik hou veel van de zin van Benedictus XVI: “Christen zijn is niet vooreerst een ethische of organisatorische beslissing nemen, maar verleid zijn door een persoon”. De kern van het christelijk geloof, dat zijn namelijk gezichten: dat van Jezus, van Maria.

Meer dan ooit hebben wij in België een bekering nodig van een hart tot harten. De bekering van het hart van de hedendaagse man, van de hedendaagse vrouw, tot het hart van Maria, tot het hart van Christus, tot het hart van God. Daarom is een land toewijden aan het hart van Jezus of Maria niet alleen een devotie maar is gaan naar de kern van het geloof zelf.

Frankrijk werd dit jaar zwaar getekend door meerdere dodelijke aanslagen. Wat moet de houding van de katholieken zijn ten overstaan van deze grote beproeving?

Helaas, ik denk dat dit slechts een begin is en dat wat men in Parijs beleefd heeft, andere gelijkaardige beproevingen laat voorvoelen. Bereiden wij ons erop voor, zonder te vergeten dat wat wij de laatste tijd beleefd hebben, inwoners van andere landen in de wereld dagelijks meemaken.

Hoe op zo een beproeving reageren ? Zeker door veiligheidsmaatregelen te treffen, maar vooral door ons te verplichten diep na te denken over de manier waarop de Kerk en onze samenlevingen de dialoog met de moslims moeten aangaan. En dat in het belang van beide partijen.

Wij gaan een ernstige dialoog moeten aangaan over de manier waarop moslims de meest gewelddadige verzen van de Koran interpreteren, over de plaats die zij toekennen aan gewetensvrijheid en de mogelijkheid om te huwen met personen van andere belijdenissen. Als wij zo een dialoog niet aangaan, riskeren wij uit te komen op een shock van de beschavingen en dat zou dramatisch zijn.

Meerdere landen hebben besloten in Irak en Syrië in te grijpen tegen IS. Dat is het geval voor Frankrijk en België. De paus heeft de idee naar voor gebracht van een derde wereldoorlog in stukjes. Moet de Kerk deze militaire interventie steunen?

Een militaire interventie is altijd heel complex, dubbelzinnig en veroorzaakt dikwijls meer kwaad dan goed. In het geval van Irak in 2003, heeft paus Johannes Paulus II nooit de Amerikaanse aanvallen goedgekeurd, noch de economische blokkade. Zijn stelling was heel duidelijk.

Er zal aan een militaire onderneming geen zegen verleend worden tenzij het gaat om een rechtvaardige oorlog, namelijk om bevolkingen te beschermen die het slachtoffer zijn van onrechtvaardige agressie.

De christenen van het oosten vluchten met duizenden uit Irak en Syrië. Hier stelt zich een gewetenszaak: moet men hen helpen hun land te verlaten of hen daarentegen helpen er te blijven opdat het Midden Oosten op een dag hun aanwezigheid niet zou missen?

Wij zijn allemaal overtuigd dat het ideaal is dat zij kunnen blijven en bloeien in hun land. Zij zijn daar sinds het begin van het christendom, zij zijn in die landen thuis. Het is dus dramatisch dat zij weggaan en dat het Midden Oosten leegloopt aan christenen. Alles dient dus te gebeuren opdat zij kunnen blijven.

Maar hoe niet begrijpen dat zij proberen te vertrekken omwille van de dagelijkse dreiging en de vervolgingen ? Men kan hen niet verwijten ver van de bommen te willen leven.

Het is een tragische keuze. Wij staan tegenover een soort dilemma zonder goede oplossing is. De enige oplossing zou zijn terug vrede te brengen in die landen, maar het is weinig waarschijnlijk dat men vrede brengt door oorlog te voeren.

Binnenkort in Notre-Dame du Laus

Daar hij de leeftijdsgrens bereikt had (hij werd 75 op 6 mei 2015), heeft Mgr. André-Joseph Léonard in de maand juni aan paus Franciscus zijn ontslag ingediend als aartsbisschop van Mechelen-Brussel. Tot apostolisch administrator van het aartsbisdom benoemd, heeft hij op 12 december zijn zetel officieel afgestaan aan Mgr. Jozef De Kesel, voordien bisschop van Brugge.

Na een reeks afscheidsmissen en een tijd van rust in de gemeenschap van Marche-les-Dames, zal Mgr. Léonard volgende lente naar Frankrijk gaan als hulpkapelaan van het heiligdom Notre-Dame du Laus. Gedurende zijn vijf jaren aan het hoofd van het aartsbisdom van Mechelen-Brussel heeft Mgr. Léonard zich ingezet om de katholieke Kerk van België nieuwe adem te geven: herinvoering van Eucharistische processies, oprichting van de Broederschap van de Heilige Apsotelen bestaande uit priesters en seminaristen, een waarborg voor de Sint-Katharinakerk in het centrum van Brussel, die bestemd was om buiten dienst gesteld te worden, tegenkanting tegen uitbreiding van euthanasie door gebed en vasten, oprichting van het seminarie Redemptoris Mater …

Vanaf zijn aanstelling in januari 2010 door Benedictus XVI, werd de voormalige bisschop van Namen gecontesteerd voor zijn ideeën die te “reactionair” bevonden werden en bekritiseerd voor zijn trouw aan de leer van de katholieke Kerk. Wat de politieke klasse betreft, zij heeft hem openlijk zijn stellingen verweten tegen het homohuwelijk, abortus en euthanasie.

 

Vert. Maranatha-gemeenschap