Er is een groeiende consternatie tussen sommige katholieken dat de Kerk, althans in haar leiderschap, in het verleden leeft. Het lijkt alsof er geen bewustzijn is dat we in oorlog zijn en dat katholieken moeten opgeroepen worden tot soberheid, toenemende gescheidenheid van de wijdere cultuur, moedige getuigenis en toenemend martelaarschap.
Het is al lang voorbij donker in onze cultuur, maar in de meeste parochies en bisdommen gaat alles zijn gewone gangetje en is er alles behalve het sobere alarm dat noodzakelijk is in tijden zoals deze.
De Schrift zegt: Gezegend zij de Heer, mijn rots, die mijn handen oefent voor oorlog, en mijn vingers voor de strijd (Psalm 144:1). Zich voorbereiden voor oorlog – een morele en spirituele oorlog, niet een oorlog met wapengekletter – zou een duidelijk rechtzetten van de fouten van onze tijd moeten omvatten, en een duidelijk en liefdevolle toepassing van de Waarheid tegenover de ketterij, en licht tegenover duisternis.
Maar er is maar weinig van die oefening duidelijk in katholieke kringen dezer dagen, waar in de gemiddelde parochie er een soort van verlegen en stille atmosfeer heerst – een angst om controversiële kwesties aan te kaarten, om niet iemand te beledigen, of de parochie af te schilderen als “onverwelkomend”.
Maar, als er ooit een tijd was om zachte gewaden te dragen, is het niet nu.
De Kerk van de jaren ’70 tot de jaren ’90 werd zeker goed omschreven als het tijdperk van het “beige katholicisme” (een term uitgevonden door Bisschop Robert Barron). Diegenen van ons die door dat tijdperk heen leefden, zeker in de jaren 1970, herinneren het als een tijd waar vele parochieborden mensen wenkten om “hun verwelkomende en warme katholieke gemeenschap te komen bezoeken en ervaren.” Het meest evidente verlangen was om te passen in het plaatje en als normaal beschouwd te worden. Ja, katholieken waren net zoals iedereen, en we hadden hard gewerkt om dat te doen, tenminste sinds de vroege jaren ’60, toen John. F. Kennedy verkozen was. Katholieken waren eindelijk in het hedendaagse geraakt; we werden geaccepteerd door de cultuur.
Kerkarchitectuur en -interieurs werden minimalistisch en niet-veelzeggend. Muziek en taal in de liturgie werd volks. Mariale processies, Sacramentsprocessies, vele dingen van het kleurvolle en onderscheidende katholicisme verdwenen. Zelfs onze crucifixen verdwenen, om dan vervangen te worden door een zwevende “verrezen Jezus” figuur. De nadruk lag op het inmengen, het spreken over dingen waarover de mensen zich goed voelden, en bevestigd, eerder dan uitgedaagd. Als er al een uitdaging was, dan waren het veilige vermaningen, zoals het milieu niet beschadigen of vervuilen, niet oordelen of intolerant zijn, enzovoort.
Opnieuw, als er ooit een tijd was om zachte gewaden te dragen, is het niet nu. Het is middernacht in onze post-christelijke cultuur. En terwijl we anderen de schuld willen geven voor een aantal factoren van de instorting, kunnen we onszelf niet uitsluiten. Wij die worden verondersteld het licht te zijn van de wereld, met Christus in ons schijnend, hebben verkozen om ons licht onder een mand te verbergen en laag te liggen. De ruïnen van onze families en cultuur zijn een getuigenis voor de triomf van het verkeerde en de onderdrukking van de waarheid.
Meer dan ooit moeten we veranderen naar het afscheidbaar zijn van de cultuur die we hebben geweigerd te bekritiseren, en oproepen tot verandering. Meer dan ooit moet ons geloof helder en duidelijk schitteren in onze kerken en gemeenschappen.
En als een wereld die nu gewend is aan grote duisternis, ons licht te hard vind, dan is dat maar zo. Als ons licht niet schijnt, is er helemaal geen licht. Ons katholiek geloof is de enige en laatste hoop voor deze wereld. Het is altijd zo geweest.
Eenvoudig geformuleerd, is het tijd voor de geestelijken om zichzelf en Gods volk voor te bereiden op opoffering. Het zoeken naar een compromis met deze cultuur is nu ondenkbaar. Onze enige toevlucht is het doorprikken van de zweren. En de cultuur zal het uitschreeuwen. En wij, die het doorprikken zullen uitvoeren, zullen veel moeten lijden. Maar we moeten welwillend zijn om zo’n lijden te omarmen en te ondergaan, dat zal toenemen in de maanden en jaren die voor ons liggen.
We zijn in oorlog, voor het goed van onze zielen en van de zielen die we liefhebben. We zijn in oorlog voor de zielen van deze cultuur en natie. En zoals elke soldaat, moeten we oefenen om goed te vechten. We moeten ons geloof bestuderen en meer toegewijd zijn dan ooit. We moeten ook onze vijand en zijn tactieken kennen, en we moeten bereid zijn om te lijden – en zelfs ons leven geven.
We moeten ons opnieuw uitrusten en elke gelegenheid gebruiken om duidelijk te zijn over ons geloof. Homilies en andere momenten van studie moeten als een duidelijke oproep zijn voor persoonlijke bekering en voor de strijd om de zielen en om te stoppen de zondige veronachtzaming van Gods wetten in onze families en gemeenschappen lichtvaardig te behandelen.
Onze bisschoppen in het bijzonder moeten volledig op een andere modus overschakelen. Tegenwoordig lijken ze meer geïnteresseerd in het beschermen van het weinige dat we overhebben, dan de Katholieken op te roepen tot de strijd. Ook priesters schijnen het te verafschuwen om mensen aan te manen om iets uitdagend of oncomfortabel te doen. De beeltenis van Petrus die Christus tracht af te houden van het Kruis komt in mijn gedachten. Petrus zei: “Dat zal nooit voor u zijn!” En de Heer berispte hem streng en zei dat hij dacht als mens, niet als God, en dat hij in dienst van Satan was.
En wat met ons? De Kerk kan blijkbaar zelfs niet de mensen vragen de Mis bij te wonen op een Feestdag als het op een maandag of een zaterdag is. Het is blijkbaar teveel om de mensen te vragen om naar de Mis te komen twee dagen achtereen. Als dat het geval is, wie zal hen dan oproepen om onrechtvaardige en boze wetten te weerstaan en ertegen te protesteren, zelfs als dat betekent dat je een boete krijgt of een gevangenisstraf? En het bloedig martelaarschap? Het lijkt er amper op dat de meeste geestelijken vandaag gereedheid zouden adviseren voor zoiets, of zelfs amper maar zelf gereed zijn daarvoor. Bisschoppen en priesters die dat doen kunnen zich eraan verwachten om roekeloos en onvoorzichtig genoemd te worden in bedeesde en zachte tijden zoals deze. De roep zal zeker klinken: “Het is nog niet de tijd voor zo’n dingen!”
Maar indien niet nu, wanneer dan?
De Schrift zegt, als de trompet niet een duidelijk signaal geeft, wie zal zich dan gereed maken voor de strijd? (1 Kor. 14:8). Het kunnen niet enkel priesters zijn die deze oproep moeten maken. Ouders en andere leiders moeten ook die oproep maken. Ja, ouders moeten hun kinderen op meer voorbereiden dan een job. Ze moeten hen nu voorbereiden voor de moeilijke dagen die in het verschiet liggen – dagen die vervolging en zelfs martelaarschap zullen omvatten, indien ze beslissen om ondubbelzinnig Christus na te volgen.
Ben ik verkeerd? Ik hoop het. Maar we kunnen als een Kerk niet langer ijdel aan de kant zitten en hopen dat alles op een magische manier beter wordt. Als een cultuur, zelfs in delen van de Kerk, hebben we de wind gezaaid, en oogsten we nu de wervelwind.
Velen bekritiserend dezer dagen graag de Kerk van het verleden voor gelijk welk aantal fouten. Maar ik vraag me af hoe de toekomstige leden van de Kerk de Kerk in onze tijd zullen herinneren. Columnist Joseph Sobran, die meer dan 15 jaar geleden schreef, vroeg zich hetzelfde af en schreef:
Katholieken van de toekomst zullen ons zeker niet beschuldigen van een overmatige geestdrift. Ze zullen misschien geschokt zijn door onze lauwheid, onze lafheid gemaskeerd als tolerantie, onze laksheid, onze bereidheid om ketterij te steunen, godslastering en immoraliteit, zelfs binnen de Kerk zelf, onze gretigheid om onszelf in de gunst te stellen van de seculiere wereld…(Subtracting Christianity, p. 268)
Ja, ik vraag het mij ook af. Van de H. Petrus tot Constantijn waren er 33 pausen. Dertig van hen stierven de marteldood en twee van hen stierven in ballingschap. Talloze geestelijken en leken werden ook gemarteld. Het is moeilijk zich in te beelden dat de Kerk in het decadente Westen bereid is om ook te lijden. Uiteraard zijn onze broeders in vele minder welgestelde delen van de wereld aan het sterven in grote aantallen. Maar ik vraag mij af: na al deze jaren van “comfort-katholicisme”, zou de gemiddelde Amerikaanse parochiaan of geestelijke bereid zijn om zo’n verlies te lijden?
Het is tijd, voorbij de tijd, om ons gereed te maken. Het is tijd om ons voor te bereiden op vervolgingen die erger zullen worden met de maand en het jaar. De duistere bewegingen die onder de banieren van tolerantie hebben gemarcheerd meenden het nooit. En daar ze meer en meer macht hebben gekregen, zoeken ze om ieder te criminaliseren die hun visie weerstaat. Geen tolerantie voor ons. Religieuze vrijheid is aan het wegebben, en verplichte naleving is hier al. De federale rechtbanken verschuiven steeds meer naar militante seculiere en activistische rechters die wetten maken vanaf de bank.
Wanneer zullen we als Kerk eindelijk tegen de bureaucraten die willen dat we toegeven aan de boosaardige wetten, zeggen: “We zullen niet toegeven! Als je ons beboet zullen we niet betalen. Als je onze gebouwen wil in beslag nemen, zullen we zorgen voor maximale publiciteit tegen u, maar we zullen nog altijd niet toegeven. Als je ons arresteert, naar de cel gaan we! Maar we zullen niet toegeven aan de boosaardige wetten of samenwerken met het kwaad.”
Op dit moment, kunnen de meesten van ons zich amper inbeelden dat onze geestelijke zo standvastig zouden staan. Stille compromissen en jargon-gevulde “oplossingen” zullen een zware bekoring zijn voor een Kerk die slecht voorbereid is op vervolging.
Noem me een alarmist of een idealist, maar ik hoop dat we onze draai vinden voordat het te laat is. Het is gewoonlijk een trouwe rest die de dag redt in de Bijbelse verhalen. Ik bid enkel om de sterkte om in die trouwe rest te zijn. Zul je me ook vervoegen? Laten we bidden en ons voorbereiden. Enkel ons ondubbelzinnig geloof kan ons en ieder de we beminnen, redden. Bid voor een sterk en moedig geloof.
Bronnen: Life Site News & Restkerk.net
Pingback: Geloven: normaal of abnormaal? | Geloven Leren
Pingback: Geloven: normaal of abnormaal?