Neh. 8,2-4a.5-6.8-10. en Lucas 1,1-4.4,14-21.
Wat het menselijk leven is, hoef ik u niet te vertellen. Het is groot en meeslepend, grandioos en boeiend. Het is top. Maar al te vaak ziet het héél anders uit: onmacht, verbittering en altijd afscheid. Het kwaad ligt op de loer. Rampen bedreigen ons; en dan praat ik nog niet over de gesels van honger, epidemieën en oorlog, die we dan, hier in het Westen, gelukkig de laatste 65 jaar niet meer gekend hebben, maar die grote delen van de wereldbevolking nog steeds teisteren. Zo wás het, en dat zal ook niet veranderen. Is er dan geen uitweg? Wat zal ons helpen? Wie kan ons helpen? Het is de wereld die God geschapen heeft. Het is de wereld, waartegen God gezegd heeft: “Ik wil uw God zijn, en gij zult mijn volk zijn”. En God heeft zich intens met zijn volk bemoeid. Hij houdt van de mens, Die Hij zelf heeft gewild en geschapen. Daarom had Hij – vanaf het moment dat de eerste mensen Adam en Eva (zie; pastoor Bortoluzzi), zich van Hem hadden afgekeerd, en zij het paradijs moesten verlaten – een goddelijk plan in gedachten, dat de mensheid weer zou opheffen, ja dat de mens zou verheffen tot het niveau dat lijkt op God zelf.
Dat goddelijk plan maakte Hij bekend in de boeken van de H. Schrift. God liet daarin, door mensenhand, vastleggen wat de zin is van ons bestaan; wat het doel is; hoe het geheel geordend is. Daarbij bevat de H. Schrift ook de boeken van de Profeten. Profeten die het aandurfden, tegen de stroom van de tijdgeest, in weerwil van hopeloze vooruitzichten, het volk moed in te spreken. Steeds weer kondigden zij de komst aan van de Messias, de Redder, die de zware ketenen waarmee de mensheid vastzit, komt losmaken.
Het goddelijk Plan! Het werd destijds door de mensen begrepen, zoals het ook vandaag wordt begrepen. Meestal laat men het links liggen en heeft men er geen tijd voor… Alleen als de nood héél hoog is, dan herinnert men zich eraan, dan pas keert men tot God terug. Dan wordt men er weer door geraakt, zoals dat in de eerste lezing wordt beschreven: de in Jeruzalem teruggekeerde ballingen waren ontroerd, de tranen kwamen toen zij de woorden van de Schrift weer hoorden voorlezen.
Het goddelijk Heilsplan is neergelegd in de H. Schrift. Jezus zal er uit voorlezen, en Hij kiest de passage waarin staat wat de langverwachte Messias zal gaan doen, om de mensheid uit de uitzichtloosheid te bevrijden. We hoorden het zojuist in het heilig Evangelie. Na Zijn doop in de Jordaan is Jezus zijn openbaar optreden begonnen. Nu kwam Hij ook in Nazareth waar Hij was grootgebracht.
En u hebt het ook gemerkt, hoe de spanning steeg daar in de synagoge, dat kleine dorps-gebedshuis. Dan zegt Jezus: “De Schrift die u hier altijd hebt horen voorlezen, dat goddelijk plan met de wereld… het is thans in vervulling gegaan. Alles wat in de Schrift over de Messias voorspeld is, heeft betrekking op Mij. Ik ben de Messias die jullie zal bevrijden. Wie kan beter, het plan van de Vader, het wezen van de Vader, duidelijk maken, dan de eigen Zoon, die het Beeld is van de Vader?
In die kleine synagoge is toen een hoopvolle toekomst voor de mensheid begonnen. De tijd van afwachten was voorbij. Vanaf toen leven we in de eindtijd: De machten en de wetten van deze wereld, het onrecht, het kwaad, de dood, ze bestaan nog wel, maar ze moeten een hogere kracht bóven zich erkennen. Er is een blijde boodschap voor de armen en de eenvoudigen. Gevangenen worden vrij, of ze vastzitten door onderdrukkers, of vastzitten in andere ketens: ziekte, ouderdom, zonde, verslaving, of vastzitten door hebzucht, jaloezie of leugen.
Alleen dit; het goddelijk plan, dat bij Jezus begint en bij Jezus eindigt, is in stilte van start gegaan, en het is ook tegenwoordig vrij onopvallend. Het is klein begonnen, en wij kleine mensen mogen met dat plan meewerken: anti-stoffen inbrengen tegen neerwaartse, van God-af, werkzame krachten. Dus… waar nood is: helpen! Waar droefheid is: troosten! In vertwijfeling: kunnen we orde scheppen! Waar hardheid is: mildheid brengen! Meewerken met Gods plan! Tegenwerken heeft geen zin… het plan realiseert zich ook als mensen niet willen. Want het is een goddelijk plan, dat op het einde van de tijd, volop in werking zal treden; wanneer Jezus onze gebrekkige wereld zal overdragen aan de heerschappij van zijn Vader.
Met Jezus echter is die heerschappij reeds begonnen. Het Schriftwoord is met Hem in vervulling gegaan. Laten wij ons daarover verheugen. Die vreugde is voor ons een grote kracht. Amen.
Pastoor Geudens