De Kerk in België in verval

Standaard

De Zalige A.K. Emmerick zei in 1820:

[…] “Ik zag al deze geestelijken omgeven door een zware mist, die hen als door een muur afscheidde van de Kerk. Ik zag de lauwheid van de plaatselijke geestelijken toenemen en ik zag een grote duisternis ontstaan. Toen verbreidde zich het visioen naar alle kanten. Overal zag ik de katholieke gemeenschappen onderdrukt worden, gekweld, in het nauw gedreven, en beroofd van hun vrijheid. Ik zag dat veel kerken gesloten werden. Ik zag overal veel narigheid. Ik zag oorlogen en bloedvergieten. Maar dit zal niet lang duren.”

Ik zag de kerk der afvalligen geweldig toenemen. Ik zag de duisternis die er van uitging zich in de hele wereld verspreiden, en ik zag veel mensen de wettige Kerk verlaten, en zich tot de andere wenden. Daar is alles veel mooier, veel natuurlijker en beter geordend. Ik zag betreurenswaardige dingen. Men speelde, dronk, kletste, men maakte vrouwen het hof in die kerk, in één woord, men bedreef er allerlei soorten gruwelen.”

De priesters lieten alles toe en lazen de Heilige Mis met veel oneerbiedigheid. Ik zag er maar weinigen, die nog de ware godsvrucht hadden, en de zaken gezond beoordeelden. Dat alles bedroefde mij ten zeerste. Toen bond mijn hemelse Bruidegom mij bij het middel vast, zoals Hij zelf aan de geselkolom werd vastgebonden, en zei: “Zo zal de Kerk nog gebonden worden, zo zal zij worden vastgeklemd, totdat zij zich weer kan oprichten. Ik zag in de toekomst de godsdienst diep wegzinken. Alleen in enkele haardsteden en in enkele gezinnen hield zij stand. Die heeft God dan ook gespaard voor de rampen van de oorlog.”

Bron: De Kerk in België in verval