Jezus de honger van ons hart
Brood en spelen, beste gelovigen, daar kun je mensen mee rustig houden. Dat wisten de oude Romeinse keizers al. Als je de mensen maar volop te eten geeft en je geeft ze vermaak, dan zijn ze tevreden. Dan komt er geen opstand. Dan vragen ze gewoonweg niet verder.
Het manna van de welvaart ligt hier in onze tijd voor het oprapen. We kopen en vermaken ons. Brood en spelen. En velen, zeer velen, zijn daarmee tevreden en vragen niet verder. Veel harten zijn echter dor en de geesten leeg en God is ver weg. Sommigen zeggen zelfs, dat Hij dood is, dat Hij niet zou bestaan…
En geen wonder, hoe kun je ook de levende God zien, als je buik je afgod geworden is? Maar zo snel als er een kink in de kabel komt, wanneer brood en spelen hun belangrijkheid verliezen, bijvoorbeeld bij ziekte, ongeval, eenzaamheid, dood, dan is er opeens geen uitzicht meer. Alleen maar opstandigheid en verwijt…
Het manna van de welvaart, beste gelovigen, is niet het ware brood uit de hemel.
In het evangelie van deze zondag zien we dat de mensen die Jezus achternalopen in de richting van Kafarnaum ook alleen maar oog hebben voor het brood dat hun magen vult. Jezus had ze veel te eten gegeven. Ze zijn enthousiast. Brood en spelen-enthousiasme, zegt Jezus. “Jullie zijn alleen maar uit op brood, dat de maag vult. Eet liever brood, dat jullie hart en geest voedt. Dat wil Ik jullie geven. Dat is het ware brood uit de hemel, waarvan je nooit meer honger krijgt dat eeuwig leven geeft”.
En dan zagen we als reactie: “Geef ons van dat brood. Zo’n wondermiddel willen ze wel eten. Brood dat eeuwig leven geeft”. Jezus antwoord luidt: “Ik ben het brood des levens. Mij moet je eten. Mijn Boodschap, mijn leven moet je helemaal in je opnemen. Dan zul je gelukkig zijn, dan zul je pas echt leven, met God verbonden.
Jezus eten betekent dan; je hart en je geest voeden met zijn Geestkracht. Het leven leven zoals Hij deed. Niet te veel stilstaan bij materiële dingen, maar stilstaan bij de mensen uit liefde. Weten dat God altijd bij je blijft, in voorspoed en in tegenslag. Dat God nooit dood is, omdat we biddend in de stilte van ons hart zijn aanwezigheid voelen.
Jezus eten is dus offers brengen, lijden, ziekte, narigheid en dood aanvaarden, wetend, dat God je nabij is en je door lijden en dood heen omvormt tot de dezelfde heerlijkheid als van Hem. Ja, Jezus’ Woord, zijn Boodschap is ons brood. En er is nog meer. In deze H. Mis geeft Hij ons – in een heilig teken als brood – zijn gebroken en verrezen Lichaam, Zichzelf te eten als waar voedsel voor onze geest en ons hart. Dit Brood – de H. Communie – komt hier vandaag op het altaar, dat is het ware Brood uit de Hemel, dat onze werkelijke honger stilt. De honger van ons hart: het is de Heer zelf, zijn leven, zijn dood en verrijzenis. Christus leeft in ons.