Het Syrische volk lijdt nu meer dan tijdens de dramatische jaren van de oorlog.

Standaard

Nieuwsbrief P. Daniel XVII.50, vrijdag 9 december 2022

Het Syrische volk lijdt nu meer dan tijdens de dramatische jaren van de oorlog.

De redenen hiervan zijn: de Amerikaanse sancties, het stelen van 90% van de olie, het stelen en vernietigen van de graanvoorraden, de blijvende steun aan terroristen, de bezetting door VS, Israël, Turkije met hun voortdurende aanslagen.  De officiële media schrijven hierover geen woord. Ook onze Midden-Oosten specialisten van de VRT zwijgen in alle talen, ook in het Vlaams.

Alleen Golfbrekers en Willy Van Damme [en pastoor Geudens] blijven ons hierover trouw berichten.

De gewone media, gesteund door regeringen, geven ons dikwijls vooral leugens en bedrog opdat de bevolking de onrechtvaardige en vernietigende oorlogen in dienst van een wereldelite zou steunen. Deze elite zoekt immers voortdurend naar voorwendsels om oorlog te voeren om daardoor des te rijker en machtiger te worden. Hierdoor is verslaggeving over bepaalde landen in de heersende pers niets anders dan pure oorlogspropaganda. Journalisten en politici schrijven en zeggen, uit onwetendheid, onnozelheid of lafheid, gewoon wat de elite hen opdraagt. En vele goedgelovige mensen aanvaarden de voorgestelde voorwendsels en steunen, zonder het zelf te willen of te weten, het uitmoorden van onschuldige volken en vernietigen van prachtige landen. Het is gemakkelijker mensen te bedriegen dan hen te overtuigen dat ze bedrogen worden.

Ik ben vóór de oorlog, namelijk in 2010 in Syrië gekomen, met behoorlijk wat vooroordelen. Vanaf het begin beleefde ik een ware cultuurschok. De gastvrijheid, de harmonieuze en gemoedelijke samenleving, waren voor mij overweldigend. Gaandeweg ontdekte ik dat de staatsziekenhuizen gratis waren (ook voor mij als behorend bij een religieuze gemeenschap in Syrië; mijn naam werd niet eens gevraagd!), alleen de medicamenten moest men betalen en die werden in Syrië zelf gemaakt.

Universiteitsopleiding was gratis voor hen die voldoende punten behaalden, Syrië bracht 20 % meer voedsel voort dan het zelf nodig had, het had energiebronnen van olie en gas in overvloed, het dagelijkse leven was zeer goedkoop, armen, bedelaars of Syrische vluchtelingen waren er niet, terwijl Syrië zelf honderdduizenden Irakese vluchtelingen opving. Het land scheen ook geen schulden te hebben. Stelen en baldadigheden waren nagenoeg onbekend. Op de luchthaven kon je gewoon computer, camera… in de zetel achterlaten om even naar het toilet te gaan. Je vond daarna alles terug, precies zoals je het er had achtergelaten. Discriminatie tussen de verschillende etnische groepen en geloofsgemeenschappen was er niet. De president, een alawiet, werd door de overgrote meerderheid van de bevolking (75 % soenniet!)  ruimschoots gesteund. Hij werd, ook in het buitenland, beschouwd als een voorbeeld van iemand die, hoewel hij het hoogste gezag bekleedt, trouw blijft aan een eenvoudige levensstijl en dicht bij het volk staat. Over persoonlijke politieke vrijheden werd blijkbaar anders gedacht en men vertelde mij wel vanaf het begin me niet publiek over politiek uit te laten. Eerlijk gezegd, wie maakt zich daarover druk wanneer men in zulke harmonie en welvaart kan leven? De Syrische maatschappij was zeker niet volmaakt, maar dat er een dictatuur heerste, was een pure drogreden, uitgevonden door de CIA om oorlog te kunnen voeren.

Alles veranderde grondig vanaf begin 2011. Op een vrijdagavond was ik toevallig op weg naar de pastorie van abouna Georges en kwam terecht in een groep jongeren die wild schreeuwden en met spandoeken zwaaiden. Ik haastte me naar de pastorie. De pastoor zei me dat er sinds kort gure elementen van buitenaf naar het dorp kwamen om herrie te schoppen, de jeugd uit te nodigen om mee te doen en hen daarvoor ook geld aanboden. Op andere plaatsen werd op dezelfde wijze revolte georganiseerd.

Toen ik in 2012 voor enkele weken terugkeerde naar Vlaanderen kon ik mijn ogen niet geloven. In al onze kranten zag ik spotprenten van een Syrische president die tot zijn enkels in het bloed stond van de eigen mensen die hij aan het wurgen was. Alle journalisten spraken van een ‘regime’ met een gruwelijke Syrische dictator. En telkens las ik hetzelfde verhaal over het zogenaamde ontstaan van de “burgeroorlog”: jongeren die protestslogans op een muur schreven zouden gemarteld, gevangen genomen en gedood zijn. Het verhaal werd twee weken na de opstand door Al Jazeera TV uitgevonden en geen enkele journalist heeft ooit een bewijs van deze feiten kunnen geven. Inmiddels waren tienduizenden terroristen, getraind, bewapend en betaald door buitenlandse mogendheden, de moord- en vernietiging programma’s van westerse geheime diensten met groot succes aan het uitvoeren, gesteund door meer dan honderd landen die zich cynisch “de vrienden van Syrië” noemden. Zelf werden we maandenlang door duizenden zwart bebaarde en zwaarbewapende terroristen omgeven. Ze zaten tot in onze tuin toe. Niemand kan verklaren hoe wij uiteindelijk allen ongedeerd gebleven zijn. De verwoesting van Syrië scheen bezegeld totdat Rusland eind 2015, op vraag van de Syrische president, op de kortste tijd de kansen deed keren met een erg beperkte maar zeer efficiënte legermacht. Ondertussen groeide de eenheid tussen volk, leger, regering en president. Zij hielden eensgezind stand tegen een buitenlands terrorisme. Dat is de kracht van het Syrische volk dat vorig jaar de president met een overweldigende meerderheid herkozen heeft voor een vierde ambtstermijn! Voor deze verkiezingen had Syrië van de zogenaamde “vrienden van Syrië” waarnemers uitgenodigd, maar ze wilden niet komen. Ze moesten immers het door de CIA verzonnen verhaal blijven schrijven: het Syrische volk, gruwelijk onderdrukt door een dictator, door manipulatie aan de macht gekomen, vecht voor zijn vrijheid en wij moeten dit volk militair steunen!

Vanuit de VRT werd ik (in mei 2012 al!) door onze bekende conflict journalist uitgenodigd voor een interview. Hij trachtte mij te doen zeggen dat de ellende in Syrië voortkomt van een genadeloze dictator. Hij voorspelde dat deze dictator niet lang meer kon aanblijven.  In een land dat ontwricht geraakt, kan een gehate dictator onmogelijk in leven blijven. Vruchteloos poogde ik onze geroemde oorlog specialist de ogen te openen voor de werkelijkheid, maar daar had hij geen interesse voor. Hij had enkel belangstelling voor de verhalen van “het dictatoriale Syrische regime”, van de CIA. We zaten voor het interview op een unieke historische plek: de binnenkoer van de Postelse abdij, omgeven door de beiaardtoren, de bibliotheek met de bronzen poort en de wapenschilden van de abten, het oude brouwerijgebouw, het nieuwe Contactcentrum en de prelatuur. Zijn meesterlijke slotvraag aan mij was: “en als ge u nu eens vergist hebt?” Wat een roem zou deze journalist verworven hebben indien kort daarna de Syrische president – zoals de westerse leiders verwachten – zou afgezet of vermoord zijn! De opname in dit prachtige kader is (naar mijn weten) evenwel nooit uitgezonden! Onze alom geroemde journalist, vurige propagandist van het westerse kolonialisme, blijft zijn criminele illusie nog steeds koesteren tot groot genoegen van gewetenloze wereldleiders.

(wordt HIER vervolgd)