Nieuwsbrief XVI.31, 30 juli 2021

Goede Vrienden,
Ieder mens is geschapen naar Gods Beeld, met een (op aarde) onverzadigbare verlangen naar God. De heilige Augustinus heeft dit perfect begrepen én doorleefd. Ziehier nu een negatief voorbeeld.
Sigmund Freud (1856-1939) was een Oostenrijks zenuwarts en de grondlegger van de “psychoanalyse”. Volgens hem is de seksuele drift zowat de meest belangrijke primaire drift en zijn de verdrongen seksuele verlangens de oorzaak van psychologische problemen, die hij ijverig “analyseert”. Niet alleen in de universiteiten werden zijn theorieën onderwezen, ze hadden ook veel invloed in het dagelijkse leven. Onbewuste versprekingen of handelingen werden dikwijls geïnterpreteerd als verdrongen seksuele behoeften. Zijn invloed drong ook door tot de kunst, zoals bij de Franse schrijver André Breton (+ 1966), de grondlegger van het “surrealisme”. Het surrealisme tracht het onzichtbare uit te drukken door het on/onderbewuste weer te geven. Wist je dat de slappe, uitgelopen uurwerken die Salvator Dali in 1931 schilderde, wijzen op impotentie? (aldus werd ik zelf door een “kunstkenner” deskundig voorgelicht!) De invloed van Freud is en blijft groot. Hij werd en wordt door sommigen nog beschouwd als een van de grote wetenschappers.
Vanuit verschillende hoeken kwam er scherpe kritiek. De Britse auteur Richard Webster (+ 2011) stelt dat hysterie helemaal geen psychische oorsprong heeft, zoals Freud beweert, maar het gevolg is van hersenbeschadiging. De voormalige psychoanalytica Alice Miller (+ 2010) wijst de psychoanalytische theorie en praktijk radicaal af als ongeschikt om de ware oorzaken van traumatische herinneringen te ontdekken. Hiermee worden volgens haar de ware seksuele misbruiken eerder toegedekt. Uiteindelijk heeft de Nederlandse socioloog en historicus, professor Han Israëls, Sigmund Freud ontmaskerd, vooral in zijn grondige studie: De Weense kwakzalver. Honderd jaar Freud en de freudianen, Amsterdam, Bakker, 1999. Een van de beroemdste patiënten van Freud is Anna O, waarvoor dr. Jozef Breuer, de leermeester van Freud, een praatkuur (“gesprekstherapie”) onder hypnose had uitgedacht. Freud vond dit zo geweldig dat hij er samen met Breuer een boek over schreef. Hij stelde de behandeling voor als een geweldig therapeutisch succes en beweerde dat ze daarna op vakantie vertrok. Voor hem was dit zowat het startpunt van zijn psychoanalyse. In feite stopte de behandeling omdat ze in een gekkenhuis moest worden opgenomen. Haar echte naam was Bertha Pappenheim, een joodse activiste tegen vrouwenhandel. Een andere beroemde patiënt is de “Wolvenman” (Sergei Konstantenovitsj Pankejev), die Freud opvoert als het bewijs van het succes van zijn methode. Deze man was echter op 80-jarige leeftijd nog steeds de dwangneuroticus die hij in het begin van de behandeling was. Freud geeft uitvoerige beschrijvingen van beroemde personen. Van Leonardo Da Vinci zegt hij dat hij latent homoseksueel is, waarvoor hij steunt op een zogenaamde autobiografische passage, waarvan Freud goed wist dat ze vervalst was. Het grondige speurwerk van Han Israëls levert resultaten op die elke verbeelding tarten. Sigmund Freud en de Berlijnse chirurg Wilhelm Fliess hebben even de excentrieke opvatting gekoesterd dat bepaalde seksuele problemen verholpen kunnen worden door een operatie aan de neus. Freud stuurt de jonge patiënte Emma Eckstein naar de chirurg. Na de operatie laat Fliess gaasverband in de wonde achter zodat ze niet geneest en blijft bloeden. In zijn briefwisseling met de chirurg beweert Freud dat de bloedingen veroorzaakt worden door de onbewuste verlangens van zijn patiënte (“wensbloedingen”!). In de briefwisseling die zijn dochter Anna in 1950 uitgeeft worden alle hinderlijke passages netjes geschrapt.
Het besluit van prof. Israëls is sterk onderbouwd. Sigmund Freud was een bedrieger, een leugenaar. De enkele feiten die hij aanbracht waren verzonnen of gemanipuleerd. De manier waarop hij patiënten behandelde was onverantwoord en onethisch. De grote invloed van Freud in de moderne maatschappij belet niet dat hij een kwakzalver is en dat zijn pseudo wetenschappelijk werk kwakzalverij blijft.
Ziehier nog een waar gebeurd verhaal ter bevestiging. Een jonge vrouw wordt opgenomen in een bekend Vlaams psychiatrisch instituut, dat nog onder leiding staat van religieuzen en waarvan de directrice een zuster/religieuze is. De jonge vrouw heeft een ongelukkige relatie met haar moeder en lijdt aan anorexia. Ze vraagt om tijdens het weekend vrij te zijn omdat ze graag een priester wil bezoeken, zonder te zeggen waarom. Jaren geleden had zij immers met heel het gezin bij die priester een gezinsretraite gevolgd, wat op haar een grote indruk had gemaakt. Telkens wanneer ze het moeilijk had schreef ze een lange brief naar deze priester. De psychiater en het verplegend personeel hadden het sterke vermoeden dat ze hiermee een seksuele relatie had, wat geenszins het geval was. Wekenlang werd ze onder druk gezet opdat ze zou toegeven dat ze met deze man een relatie had. Zij bleef ontkennen en verder zwijgen. Wanneer ze na lange tijd voor het eerst een weekend naar huis mocht, ging ze recht naar deze priester. Ze was zich bewust van ernstige zonden en wilde biechten om het sacrament van de verzoening te ontvangen. Ze kreeg vergeving en keerde verlicht en met een blij gemoed terug. Na korte tijd werd ze ontslagen uit de psychiatrie. Haar verhaal en de weldaad van het sacrament van de verzoening heeft ze uitvoerig op cassette gezet en bezorgd aan de zuster directrice van het psychiatrisch instituut, die hierop niet heeft gereageerd.
Dit toont aan dat sommige psychiaters nog bevrijd moeten worden van freudiaanse illusies. Hun dieptepsychologie mist vooral hoogte, zoals Victor Frankl (+ 1997) leert. Ze moeten begrijpen dat het realiseren van bepaalde waarden en het zin geven aan zijn leven belangrijker zijn dan seksuele driften te bevredigen of lust te verwerven. Dit draagt ook meer bij aan onze geestelijke gezondheid. Dat zulks inspanningen en lijden kost, is geheel menswaardig en goed. Het kan de verantwoordelijkheidszin versterken. Een zelfverwezenlijking nastreven louter door het voldoen van onze verlangens naar lust leidt tot frustraties. We zijn geroepen om onszelf te overstijgen en de rest krijgen we er dan bij. Een oog dat zichzelf wil zien, is ziek. Met onze ogen kunnen wij wel heerlijk genieten van een panorama en van de mensen om ons heen. We zullen hierop later nog terugkomen.
Als besluit van de twee vorige uitweidingen kunnen we stellen: al kan de seksuele drang in een mensenleven soms zeer sterk zijn, het is niet ons diepste streven en een heilige Augustinus is voor ons een veel betere gids naar een gelukkig leven dan een Sigmund Freud. We gaan volgende keer verder met de derde eigenschap van ons mens zijn: we zijn gewond door de zonde.